1. Balans per 31 december 2024
(na resultaatbestemming)
ACTIVA (bedragen x €1.000) | ref. | 31/12/2024 | 31/12/2023 |
---|---|---|---|
VASTE ACTIVA | |||
Immateriële Vaste Activa | 1 | 553 | 647 |
Vastgoedbeleggingen | 2 | ||
DAEB vastgoed in exploitatie | 2.1 | 2.129.969 | 1.923.016 |
Niet-DAEB vastgoed in exploitatie | 2.2 | 99.185 | 91.144 |
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden | 2.3 | 44.461 | 42.038 |
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie | 2.4 | 1.049 | 3.400 |
2.274.664 | 2.059.598 | ||
Materiële vaste activa | |||
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie | 3 | 3.675 | 3.836 |
3.675 | 3.836 | ||
Financiële vaste activa | 4 | ||
Latentebelastingvordering | 1.956 | 2.518 | |
Overige vorderingen | 539 | 664 | |
2.495 | 3.182 | ||
Som van vaste activa | 2.281.387 | 2.067.263 | |
VLOTTENDE ACTIVA | |||
Voorraden | 5 | ||
Vastgoed bestemd voor verkoop | 5.1 | 537 | 560 |
Overige voorraden | 5.2 | 4.892 | 5.102 |
5.429 | 5.662 | ||
Vorderingen | 6 | ||
Huurdebiteuren | 6.1 | 234 | 207 |
Overheid | 6.2 | 3 | 142 |
Belastingen en premies sociale verzekeringen | 6.3 | 0 | 1.679 |
Overige vorderingen | 6.4 | 482 | 350 |
Overlopende activa | 6.5 | 75 | 3 |
794 | 2.381 | ||
Liquide middelen | 7 | 704 | 751 |
Som van vlottende activa | 6.927 | 8.794 | |
Totaal activa | 2.288.314 | 2.076.057 |
PASSIVA (bedragen x €1.000) | ref. | 31/12/2024 | 31/12/2023 |
---|---|---|---|
EIGEN VERMOGEN | 8 | ||
Herwaarderingsreserve | 1.176.123 | 998.466 | |
Overige reserves | 573.159 | 544.941 | |
1.749.282 | 1.543.407 | ||
VOORZIENINGEN | 9 | ||
Voorziening voor onrendabele investeringen en herstructurering | 3.415 | 14.673 | |
Overige voorzieningen | 1.056 | 1.258 | |
4.471 | 15.931 | ||
LANGLOPENDE SCHULDEN | 10 | ||
Leningen overheid | 10.1 | 8.649 | 9.732 |
Leningen banken | 10.2 | 436.830 | 422.641 |
Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden | 10.3 | 41.407 | 39.541 |
Overige langlopende schulden | 10.4 | 2.510 | 2.444 |
489.396 | 474.358 | ||
VLOTTENDE PASSIVA | |||
Kortlopende schulden | 11 | ||
Schulden aan overheid | 11.1 | 1.096 | 1.482 |
Schulden aan banken | 11.2 | 19.178 | 18.642 |
Schulden aan leveranciers en handelskredieten | 11.3 | 8.712 | 8.636 |
Schulden ter zake van belastingen en premies sociale verzekeringen | 11.4 | 6.419 | 4.838 |
Overige schulden | 11.5 | 439 | 392 |
Overlopende passiva | 11.6 | 9.321 | 8.371 |
45.165 | 42.361 | ||
Totaal passiva | 2.288.314 | 2.076.057 |
2. Winst- en verliesrekening over 2024
Omschrijving (bedragen x € 1.000) | ref. | 2024 | 2023 |
---|---|---|---|
Huuropbrengsten | 12.1 | 110.587 | 106.780 |
Opbrengst Servicecontracten | 12.2 | 3.086 | 2.951 |
Lasten Servicecontracten | 12.3 | -3.298 | -3.062 |
Overheidsbijdragen | 12.4 | 13 | 11 |
Lasten verhuur en beheeractiviteiten | 12.5 | -9.122 | -9.250 |
Lasten onderhoudsactiviteiten | 12.6 | -47.322 | -45.985 |
Overige directe operationele lasten exploitatie bezit | 12.7 | -7.771 | -6.644 |
Totaal van nettoresultaat exploitatie vastgoedportefeuille | 12 | 46.173 | 44.801 |
Omzet verkocht vastgoed in ontwikkeling | 0 | 0 | |
Lasten verkocht vastgoed in ontwikkeling | 0 | -872 | |
Toegerekende organisatiekosten | 0 | 0 | |
Totaal van nettoresultaat verkocht vastgoed in ontwikkeling | 13 | 0 | -872 |
Verkoopopbrengst vastgoedportefeuille | 14.1 | 6.669 | 5.292 |
Toegerekende organisatiekosten | 14.2 | -32 | -93 |
Boekwaarde verkochte vastgoedportefeuille | 14.3 | -4.832 | -4.162 |
Totaal van netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille | 14 | 1.805 | 1.037 |
Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille | 15.1 | -16.550 | -23.001 |
Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille | 15.2 | 198.349 | -305.816 |
Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden | 15.3 | 557 | 63 |
Totaal van waardeveranderingen vastgoedportefeuille | 15 | 182.356 | -328.754 |
Opbrengst overige activiteiten | 16.1 | 108 | 92 |
Kosten overige activiteiten | 16.2 | -134 | -118 |
Totaal van nettoresultaat overige activiteiten | 16 | -26 | -26 |
Overige organisatiekosten | 17 | -1.867 | -1.587 |
Kosten omtrent leefbaarheid | 18 | -2.270 | -2.124 |
Overige rentebaten en soortgelijke opbrengsten | 19.1 | 98 | 162 |
Rentelasten en soortgelijke kosten | 19.2 | -11.860 | -11.330 |
Totaal van financiële baten en lasten | 19 | -11.762 | -11.168 |
Totaal van resultaat voor belastingen | 214.409 | -298.693 | |
Belastingen | 20 | -8.534 | -7.513 |
Totaal van resultaat na belastingen | 205.875 | -306.206 | |
3. Kasstroomoverzicht
Directe methode (bedragen x €1.000)
2024 | 2023 | |
---|---|---|
Operationele activiteiten | ||
Ontvangsten | ||
Huurontvangsten | 110.676 | 106.871 |
Vergoedingen | 3.218 | 2.810 |
Overheidsontvangsten | 13 | 11 |
Overige bedrijfsontvangsten | 297 | 255 |
Ontvangen interest | 90 | 161 |
Saldo ingaande kasstromen | 114.294 | 110.108 |
Uitgaven | ||
Erfpacht | 3 | 3 |
Betalingen aan werknemers | 12.558 | 11.677 |
Onderhoudsuitgaven | 42.784 | 40.684 |
Overige bedrijfsuitgaven | 17.167 | 14.470 |
Betaalde interest | 13.263 | 13.760 |
Sectorspecifieke heffing onafhankelijk van resultaat | 197 | 614 |
Leefbaarheid externe uitgaven niet investeringsgebonden | 661 | 533 |
Vennootschapsbelasting | 5.017 | 7.353 |
Saldo uitgaande kasstromen | 91.650 | 89.094 |
Totaal van kasstroom uit operationele activiteiten | 22.644 | 21.014 |
(Des)investeringsactiviteiten | ||
MVA ingaande kasstroom | ||
Verkoopontvangsten bestaande huur | 4.700 | 4.040 |
Verkoopontvangsten VOV | 1.993 | 1.117 |
Verkoopontvangsten nieuwbouw | 0 | 0 |
Verkoopontvangsten grond | 357 | 290 |
(Des)investeringsontvangsten overig | 0 | 0 |
Totaal van ontvangsten uit hoofde van vervreemding van MVA | 7.050 | 5.447 |
MVA uitgaande kasstroom | ||
Nieuwbouw huur | 19.013 | 9.349 |
Verbeteruitgaven | 24.865 | 19.754 |
Leefbaarheid externe uitgaven projectgebonden | 0 | 0 |
Aankoop, woon- en niet woongelegenheden | 0 | 0 |
Nieuwbouw verkoop | 0 | 0 |
Aankoop woongelegenheden (VOV) voor doorverkoop | 1.111 | 694 |
Sloopuitgaven | 0 | 535 |
Investeringen overig | 260 | 490 |
Totaal van verwervingen MVA | 45.249 | 30.822 |
Saldo in- en uitgaande kasstroom MVA | -38.199 | -25.375 |
FVA | ||
Ontvangsten verbindingen | 0 | 0 |
Ontvangsten overig | 68 | 62 |
Uitgaven verbindingen | 0 | 0 |
Uitgaven overig | 0 | 0 |
Saldo in- en uitgaande kasstroom FVA | 68 | 62 |
Totaal van kasstroom uit (des)investeringenactiviteiten | -38.131 | -25.313 |
Financieringsactiviteiten | ||
Ingaand | ||
Nieuwe te borgen leningen | 45.000 | 40.000 |
Nieuwe ongeborgde leningen | 0 | 0 |
Uitgaand | ||
Aflossing geborgde leningen | 16.626 | 32.691 |
Aflossing ongeborgde leningen | 3.433 | 2.929 |
Totaal van kasstroom uit financieringsactiviteiten | 24.941 | 4.380 |
Toename (afname) geldmiddelen in boekjaar | 9.453 | 81 |
De toename (afname) van de geldmiddelen in boekjaar is als volgt te specificeren: | 2024 | 2023 |
Geldmiddelen aan het begin van de periode | 751 | 8.670 |
Mutaties boekjaar | 9.453 | 81 |
Wijziging kortgeld mutaties | -9.500 | -8.000 |
Geldmiddelen aan het einde van de periode | 704 | 751 |
4. Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
Stichting Accolade, Thorbeckestraat 2a te Heerenveen is een stichting met de status van “toegelaten instelling volkshuisvesting”. De activiteiten bestaan voornamelijk uit de exploitatie en ontwikkeling van woningen voor de sociale huursector. Zij heeft een specifieke toelating in de woonregio Friesland en is werkzaam binnen de juridische wetgeving vanuit de Woningwet.
De jaarrekening van Accolade is opgesteld volgens de bepalingen van de Woningwet, het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 en de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015, Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, in het bijzonder Richtlijn 645 Toegelaten instellingen volkshuisvesting en in overeenstemming met de vereisten bij en krachtens de Wet Normering Topinkomens (WNT).
Deze jaarrekening heeft betrekking op de periode 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024. Alle bedragen luiden in duizenden euro’s, tenzij anders vermeld.
De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten, tenzij anders vermeld.
Bij de bepaling van voorzieningen wordt uitgegaan van in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan. Tot de feitelijke verplichtingen worden ook gerekend verplichtingen die kunnen worden gekwalificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de corporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de corporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de formalisering van de definitieve ontwerpfase extern is gecommuniceerd. Zie ook de toelichting bij voorzieningen.
Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Het resultaat wordt tevens bepaald met inachtneming van de verwerking van niet gerealiseerde waardeveranderingen van op actuele waarde gewaardeerde vaste activa en afgeleide financiële instrumenten.
De winst- en verliesrekening wordt gepresenteerd op basis van de functionele indeling. Gezien het feit dat Accolade naast verhuuractiviteiten, tevens activiteiten verricht op het gebied van ontwikkeling van vastgoed en verkoop van delen van de vastgoedportefeuille, geeft de functionele indeling de gebruiker van de jaarrekening dit inzicht.
In de functionele winst- en verliesrekening zijn alle opbrengsten direct toe te rekenen aan de activiteiten van Accolade. Bij de kosten is er een onderscheid tussen de direct toerekenbare kosten en de indirecte kosten. De direct toerekenbare kosten worden bij het betreffende onderdeel verantwoord. De toerekening van de indirecte kosten aan de onderscheiden onderdelen van de functionele winst- en verliesrekening vindt plaats op basis van verdeelsleutels.
Opbrengsten uit de levering van goederen worden verwerkt zodra alle belangrijke rechten en risico’s met betrekking tot de eigendom van de goederen zijn overgedragen aan de koper.
Opbrengsten uit de levering van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten.
In de balans en de winst- en verliesrekening zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Toelichtingen op posten in de balans en winst- en verliesrekening worden in de jaarrekening genummerd.
Continuïteit
Op basis van de gesprekken met de toezichthouders (Autoriteit Woningcorporaties en Waarborgfonds Sociale Woningbouw), verwachten wij dat de geborgde financiering voor de komende jaren wordt gecontinueerd. De in de onderhavige jaarrekening gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn dan ook gebaseerd op de veronderstelling van continuïteit van de stichting.
Vestigingsadres, rechtsvorm en inschrijfnummer handelsregister
De statutaire werkgebiedsplaats is Drachten. In Heerenveen zetelt het bestuur. De belangrijkste activiteiten van de stichting zijn de exploitatie en de ontwikkeling van sociale huurwoningen. Stichting Accolade is in het handelsregister ingeschreven onder nummer 01031591.
Groepsverhoudingen en Consolidatie
Stichting Accolade heeft geen materiële verbindingen. De verbonden verenigingen van eigenaren (VVE's) zijn van te verwaarlozen belang en derhalve niet meegeconsolideerd."
Vergelijking met voorgaand jaar
De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar met uitzondering van hetgeen onder 'stelselwijziging' is vermeld.
Stelselwijzigingen
In het boekjaar 2024 hebben geen stelselwijzigingen plaatsgevonden.
Schattingswijzigingen
Stichting Accolade waardeert haar onroerende zaken in exploitatie op grond van artikel 35 lid 2 van de Woningwet in overeenstemming met bijlage 2 van de Regeling Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting na de eerste verwerking tegen actuele waarde onder toepassing van het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde. Accolade hanteert voor zowel het DAEB als het Niet-Daeb vastgoed in exploitatie de full versie van het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde. Deze methode wordt in het verslagjaar 2024 gecontinueerd. Bij de totstandkoming van de cijfers in de jaarrekening is een aantal schattingswijzigingen in de marktwaarde in verhuurde staat van de vastgoedbeleggingen in exploitatie geëffectueerd. Aanpassing van deze parameters heeft plaatsgevonden om aan te sluiten bij de vereisten zoals geduid in het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde. Conform de richtlijnen voor de jaarverslaggeving is de schattingswijziging prospectief verwerkt. In de toelichting van de balans is onder de post Vastgoedbeleggingen een verloopstaat opgenomen ten aanzien van de marktwaardering.
Presentatiewijziging
In de jaarrekening van 2024 zijn geen presentatiewijzigingen doorgevoerd.
Oordelen en schattingen
Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt de directie van Stichting Accolade zich verschillende oordelen en maakt schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningpost.
Verbonden partijen
Als verbonden partij worden alle rechtspersonen aangemerkt waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van Stichting Accolade en nauwe verwanten zijn verbonden partijen.
Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht.
Financiële instrumenten en risicobeheersing
In het treasury statuut wordt het gebruik van niet complexe derivaten onder voorwaarden toegestaan. Binnen het treasury beleid van Accolade dient het gebruik van afgeleide financiële instrumenten (‘derivaten’) ter beperking van inherente financiële risico's. Op grond van het vigerende interne treasury statuut is het gebruik van derivaten slechts toegestaan voor zover er een materieel verband met de financieringspositie of het belegde vermogen kan worden gelegd. Derivaten mogen niet worden gebruikt voor het innemen van een speculatieve positie.
Voor derivaten aangegaan na 1 augustus 2013 geldt dat Accolade zich volgens haar treasury statuut onverkort houdt aan de Beleidsregels “gebruik financiële derivaten door toegelaten instellingen volkshuisvesting”.
Prijsrisico
Accolade loopt geen risico’s ten aanzien van de waardering van effecten, opgenomen onder financiële vaste activa, overige effecten en onder vlottende activa effecten (niet aanwezig).
Daarnaast loopt Accolade geen prijsrisico ten aanzien van de waardeontwikkeling van de embedded derivaten voor zover deze waarde negatief is.
Valutarisico
Accolade is alleen werkzaam in Nederland en loopt geen valutarisico.
Renterisico
Accolade loopt renterisico met betrekking tot de reële waarde van de rentedragende vorderingen, met name onder financiële vaste activa als gevolg van wijzingen in de marktrente. Accolade maakt geen gebruik van derivaten om dit risico af te dekken.
Voor vorderingen en schulden met variabele renteafspraken loopt Accolade risico ten aanzien van toekomstige kasstromen als gevolg van wijzigingen in de rentestanden. Accolade heeft geen renteswaps gecontracteerd.
Kredietrisico
Accolade heeft geen significante concentraties van kredietrisico met betrekking tot haar derivaten, vorderingen en effecten. Accolade maakt gebruik van meerdere banken als tegenpartij, om kredietrisico te spreiden. Limieten zijn formeel vastgelegd in het treasury statuut en naleving daarvan wordt voortdurend gemonitord.
Liquiditeitsrisico
Relevante indicatoren voor het liquiditeitsrisico wat Accolade loopt per balansdatum zijn als volgt (indicatief):
31 december 2024 x € 1.000 | |
Bankschuld | 0 |
Bankvorderingen | 1.000 |
Niet opgenomen deel Flex lening | 13.000 |
Lopende investeringsverplichtingen | -20.000 |
Reeds vastgelegde nog op te storten leningen o/g | 0 |
Nog niet benutte borgingsruimte WSW (2023-2025) | 62.000 |
Totaal liquiditeitsrisico per 31 december 2024 | 56.000 |
Investeringsverplichtingen worden uitsluitend aangegaan indien Accolade zeker heeft gesteld dat hiervoor financiering beschikbaar is of is toegezegd.
Ten behoeve van WSW geborgde leningen is een negatieve hypotheekverklaring afgegeven aan het WSW. De vervalkalender van de bestaande leningenportefeuille wordt constant gemonitord.
Accolade loopt geen liquiditeitsrisico over haar derivatenportefeuille. Er zijn geen break clausules afgesloten.
Jaarlijks wordt een liquiditeitsbegroting voor 24 maanden opgesteld. Door maandelijkse monitoring en bijsturing worden de liquiditeitsrisico’s beheerst.
Beschikbaarheidsrisico
De maatregelen rondom de Nationale Prestatie Afspraken en de bestaande Vennootschapsbelasting en de huurinkomsten, leiden tot een significante aantasting van de operationele kasstromen van woningcorporaties.
Accolade heeft haar financiële meerjarenplanning daarop zodanig aangepast, dat de beschikbaarheid van faciliteiten voor financiering en herfinanciering gecontinueerd wordt. Accolade voldoet in de meerjarenplanning aan de financiële kengetallen zoals deze door toezichthouders en ander financiële stakeholders worden gehanteerd. Doordat Accolade minder afhankelijk wil zijn van een beperkt aantal financiers is Accolade doorlopend op zoek naar andere aanbieders voor lange termijn financiering.
Voor de beschikbaarheid van financiering voor het Daeb bezit is de sector sterk afhankelijk van het blijvend en goed functioneren van het borgingsstelsel via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw.
Gescheiden verantwoording DAEB en niet-DAEB
Stichting Accolade heeft de gescheiden verantwoording DAEB en niet-DAEB opgenomen in de toelichting op de jaarrekening. De niet-DAEB activiteiten van Stichting Accolade zien toe op:
- Het verhuren van woningen die tot de niet-DAEB tak behoren met als doel de grootstedelijke middenklasse te voorzien in hun woonbehoefte.
- Verhuur van bedrijfsmatig onroerend goed dat niet onlosmakelijk gekoppeld is aan DAEB eenheden.
- Verhuur van bedrijfsmatig onroerend goed waarop Stichting Accolade een exit strategie heeft geformuleerd zoals verwoord in het volkshuisvestingsverslag.
Om tot een gescheiden balans, winst-en-verliesrekening en kasstroomoverzichten te komen worden een aantal uitgangspunten gehanteerd. Een aantal direct toe te rekenen posten worden in overeenstemming met het dd. 15 november 2017 door de Autoriteit Woningcorporaties goedgekeurde scheidingsvoorstel volledig aan de DAEB- dan wel aan de niet-DAEB activiteiten toegerekend. Voor andere niet direct toe te rekenen posten in de gescheiden balans, winst-en-verliesrekening en het kasstroomoverzicht wordt uitgegaan van een aantal veronderstellingen. De belangrijkste veronderstellingen zijn onderstaand uiteengezet:
Grondslag voor scheiding | Posten in gescheiden verantwoording |
Directe scheiding op VHE-niveau. De opbrengsten/ kosten en kasstromen van individuele transacties worden direct toegerekend aan de individuele VHE die staat geclassificeerd als DAEB dan wel niet-DAEB. | Balans: |
- Vastgoed in exploitatie | |
- Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden | |
- Vastgoed bestemd voor verkoop | |
- Vastgoed in ontwikkeling | |
- Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen | |
- Overlopende passiva | |
Winst-en-verliesrekening: | |
- Huuropbrengsten | |
- Opbrengsten servicecontracten | |
- Verkoopopbrengsten en –lasten | |
- Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille | |
Kasstroomoverzicht: | |
- Ontvangsten verhuur en servicecontracten | |
- Desinvesteringskasstromen | |
- Investeringskasstromen | |
Grondslag voor scheiding | Posten in gescheiden verantwoording |
Toerekening op complexniveau en gescheiden naar de DAEB en niet-DAEB activiteiten op basis van de relatieve verdeling van eenheden in het betreffende complex. | Winst-en-verliesrekening: |
- Lasten servicecontracten | |
- Overheidsbijdragen | |
- Lasten onderhoudsactiviteiten | |
- Overige directe lasten exploitatie bezit | |
- Leefbaarheid | |
- Overige activiteiten | |
- Overige waardeveranderingen | |
Kasstroomoverzicht: | |
- Uitgaven servicecontracten | |
- Uitgaven onderhoud | |
- Erfpacht | |
- Investeringskasstromen vastgoed ten dienste van de exploitatie | |
- Investeringskasstromen in vastgoed in exploitatie |
Grondslag voor scheiding | Posten in gescheiden verantwoording |
Gescheiden op basis van borging van de achterliggende financiering (bijvoorbeeld WSW borging). Geborgde leningen classificeren als DAEB, niet geborgde leningen als niet-DAEB. | Balans: |
- Vastgoed ten dienste van de exploitatie | |
- Vorderingen en schulden groepsmaatschappijen | |
- Liquide middelen | |
- Schulden/leningen kredietinstellingen | |
- Schulden/leningen overheid | |
- Overige schulden | |
- Derivaten/novaties | |
Winst-en-verliesrekening: | |
- Rentebaten en rentelasten | |
- Resultaat deelnemingen | |
Kasstroomoverzicht: | |
- Renteontvangsten en rente-uitgaven | |
- Ontvangsten en uitgaven deelnemingen | |
- Financieringskasstroom leningen |
Grondslag voor scheiding | Posten in gescheiden verantwoording |
Gescheiden op basis van omvang activiteiten in de DAEB/ niet-DAEB tak van Stichting Accolade op basis van een algemene splitsingsfactor gebaseerd op de totaalverdeling van de kostenfactoren en verhuureenheden in DAEB/ niet-DAEB | Balans: |
De hierbij gehanteerde verdeling DAEB/ niet-DAEB is: 96% / 4% (2024 96%/4%). | - Overige vorderingen |
- Overige voorzieningen | |
- Overige schulden en overlopende passiva | |
- Belastingen en premies sociale verzekeringen | |
Winst-en-verliesrekening: | |
- Lasten verhuur en beheeractiviteiten | |
- Opbrengsten en kosten overige activiteiten | |
- Overige organisatiekosten | |
Kasstroomoverzicht: | |
- Personeelsuitgaven | |
- Overige indirecte bedrijfsuitgaven |
Grondslagen voor waardering van activa en passiva
Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De jaarlijkse afschrijvingen bedragen een vast percentage van de bestede kosten, zoals nader in de toelichting op de balans is gespecificeerd.
Vastgoedbeleggingen
Algemene uitgangspunten
Tenzij bij de afzonderlijke waarderingsgrondslagen van de balansposten anders wordt vermeld gelden voor alle vastgoedbeleggingen de volgende uitgangspunten.
Verkrijgings- of vervaardigingsprijs
De verkrijgings- of vervaardigingsprijs wordt bepaald als de som van alle direct toe te rekenen uitgaven, eventueel vermeerderd met na-investeringen. Voor zover verkregen subsidies kwalificeren als investeringssubsidie worden deze in mindering gebracht op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs.
De rente op vreemd vermogen tijdens de bouw en direct toerekenbare interne kosten alsmede transactiekosten worden niet geactiveerd. Er wordt wel rekening gehouden met bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht.
Indien de grond is gekocht met opstallen, met de intentie de opstallen te slopen of te niet te laten gaan en vervolgens op de grond nieuwbouw te realiseren, dan maken de eventuele boekwaarde van de opstallen en de gemaakte sloopkosten deel uit van de verkrijgingsprijs van de grond.
DAEB vastgoed in exploitatie en niet-DAEB vastgoed in exploitatie
Typering
DAEB vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs onder de sociale huurgrens, het maatschappelijk vastgoed en het overige sociale vastgoed.
De sociale huurgrens is een algemeen huurprijsniveau dat jaarlijks per 1 januari door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt vastgesteld.
Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerend goed, dat is verhuurd aan maatschappelijke organisaties, waaronder zorg-, welzijn-, onderwijs en culturele instellingen en dienstverleners en tevens is vermeld op de bijlage zoals deze is opgenomen in de Beschikking van de Europese Commissie d.d. 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor toegelaten instellingen.
Niet-DAEB vastgoed omvat woningen en overige objecten welke niet voldoen aan het criterium van DAEB vastgoed.
Kwalificatie
Accolade richt zich op het realiseren van de volkshuisvestelijke taken. Dit betekent dat beleidskeuzes rondom het vastgoed primair worden gemaakt met inachtneming van haar taak als sociale volkshuisvester. Een beperkt deel van de portefeuille is gealloceerd voor verkoop. Basis voor de waardering is het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde in verhuurde staat.
Waarderingsgrondslag
Vastgoed in exploitatie wordt op grond van artikel 35 lid 2 van de Woningwet gewaardeerd tegen de marktwaarde in verhuurde staat. Accolade waardeert haar vastgoed in exploitatie bij eerste verwerking tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Daarna vindt waardering plaats tegen de actuele waarde zijnde de marktwaarde in verhuurde staat. De waardering tegen marktwaarde in verhuurde staat vindt plaats overeenkomstig de methodiek die is opgenomen in bijlage 2 bij artikel 14 van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 (‘Handboek modelmatig waarderen marktwaarde 2024’).
Marktwaarde in verhuurde staat is het geschatte bedrag waartegen vastgoed tussen een bereidwillige koper en een bereidwillige verkoper na behoorlijke marketing in een zakelijke transactie zou worden overgedragen op de peildatum, waarbij partijen met kennis van zaken, prudent en zonder dwang zouden hebben gehandeld.
Accolade past voor het volledige bezit (Daeb en Niet-Daeb) de full versie methode van het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde toe.
De berekening van de marktwaarde geschiedt op een modelmatige wijze waar bij waardering conform de full versie methode een externe taxateur wordt ingeschakeld. De nauwkeurigheid van de waardering, wordt geacht te liggen binnen een bandbreedte van 10% plus en min de waarde.
Onderhoud en verbetering
Uitgaven na eerste verwerking van vastgoed in exploitatie worden verwerkt in overeenstemming met artikel 14a van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015. De regeling maakt onderscheid tussen onderhoud en verbetering. Er is sprake van onderhoudsuitgaven indien de uitgaven worden gedaan om de eenheid of het complex in dezelfde technische en bouwkundige staat te houden. Investeringen voor verbetering betreffen de uitgaven met als doel het technisch of functioneel verbeteren van een verhuurbare eenheid, dan wel complex. Onderhoudsuitgaven worden in het resultaat verwerkt, uitgaven die kwalificeren als verbetering worden als onderdeel van de kostprijs van het vastgoed verwerkt.
Uitgaven die kwalificeren als een ingrijpende verbouwing worden eveneens geactiveerd. Er is sprake van een ingrijpende verbouwing indien wordt voldaan aan tenminste drie van de vier volgende criteria:
- De energetische prestaties verbeteren wezenlijk (meerdere labelstappen), waardoor het bezit vanwege de ingrijpende verbouwing ook vanuit energetisch perspectief voor de langere termijn verhuurbaar is.
- Gevelrenovatie of dakrenovatie (inclusief isolatie) maakt op een zodanige manier deel uit van de aanpak dat deze op een niveau vergelijkbaar met dat van nieuwgebouwde objecten wordt gebracht.
- De werkzaamheden aan de onroerende zaak zijn mede gericht op het vergroten dan wel in stand houden van de kwaliteit van de badkamers, toiletten en keukens op het technische en functionele niveau dat in redelijkheid minimaal in nieuwgebouwde objecten mag worden verwacht.
- Installatievoorzieningen van de verhuurbare eenheden dan wel complexen zijn als gevolg van de werkzaamheden toekomstbestendig in die zin dat ze niet binnen 10 jaar hoeven te worden aangepakt.
Bepaling van de beleidswaarde
De beleidswaarde sluit aan op het beleid van Stichting Accolade en beoogt inzicht te geven in de verdiencapaciteit van haar vastgoed in exploitatie, uitgaande van dit beleid. Onder de beleidswaarde wordt verstaan de contante waarde van de aan een actief of samenstel van activa (kasstroom genererende eenheden) toe te rekenen toekomstige kasstromen uitgaande van het beleid van Stichting Accolade.
Nieuwe methodiek beleidswaarde
Met ingang van verslagjaar 2024 wordt de nieuwe beleidswaarde berekend. De nieuwe beleidswaarde verschilt op hoofdlijnen op vier manieren van zijn voorganger:
- De disconteringsvoet wordt losgekoppeld van de disconteringsvoet van de marktwaarde en jaarlijks voorgeschreven. Voor 2024 is dit 4,17% voor DAEB en 4,70% voor niet-DAEB.
- In plaats van een 15 jaar looptijd met eindwaarde, wordt er nu een looptijd van 60 jaar zonder eindwaarde gehanteerd.
- Voor onderhoud wordt de MJOP op complex gehanteerd. Hierdoor zijn jaarlijks variërende onderhoudslasten in te rekenen in de beleidswaarde.
- Indien er sprake is van een harde verplichting worden noodzakelijke investeringen in de beleidswaarde opgenomen. Voor Accolade geld dit voor het uitfaseren van E-, F- en G-labels.
De grondslagen voor de beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie (zelfstandige- en onzelfstandige woongelegenheden) komen overeen met de grondslagen voor de bepaling van de marktwaarde, met uitzondering van:
- Enkel uitgaan van het door exploiteer scenario, derhalve geen rekening houden met een uitpondscenario en geen rekening houden met voorgenomen verkopen van vastgoed in exploitatie. Hierbij wordt tevens uitgegaan van eeuwigdurende looptijd in de eindwaarde. Ten aanzien van de gehanteerde exit yield wordt direct aangesloten bij de gehanteerde methodiek volgens het Handboek modelmatig waarderen. Deze is daarmee niet langer als vrijheidsgraad toegepast.
- Inrekening van de intern bepaalde streefhuur in plaats van de markthuur, vanaf het ingeschatte moment van (huurders)mutatie. De streefhuur betreft de huur die volgens het beleid van Stichting Accolade bij mutatie in rekening wordt gebracht, passend binnen de geldende wet- en regelgeving, feitelijke beklemmingen en prestatieafspraken met gemeenten. Stichting Accolade hanteert in haar beleid een streefhuur van gemiddeld € 649.
- Inrekening van toekomstige onderhoudslasten, bepaald overeenkomstig het (onderhouds)beleid van de corporatie en als onderdeel daarvan vastgestelde meerjaren onderhoudsprogramma voor het vastgoedbezit voor 60 jaar. Met opslagen voor dagelijks onderhoud op basis van de begroting 2025. Inrekening van toekomstige verhuur- en beheerlasten in plaats van marktconforme lasten ter zake. Hieronder worden verstaan de directe en indirecte kosten die rechtstreeks zijn te relateren aan de verhuur- en beheeractiviteiten van de corporatie en zoals deze worden opgenomen' onder het hoofd 'lasten verhuur en beheeractiviteiten' in de resultatenrekening. Stichting Accolade hanteert hierbij de volgende uitgangspunten ten opzichte van de marktwaarde: a. een beheernorm van € 1.087.
- Voor woningen met ultimo 2024 een energielabel E,F of G wordt een afslag ingerekend conform handboek van:
- E label €4.820
- F label €8.960
- G label €15.210 - Voor de disconteringsvoet geldt een vast percentage van 4,17% per eenheid voor DAEB. Voor niet-DAEB geldt 4,70% per eenheid.
De beleidswaarde van BOG / MOG / ZOG is gelijk aan de marktwaarde en hierbij wordt dus verondersteld dat de marktuitgangspunten overeenkomen met de eigen beleidsuitgangspunten.
Het is praktisch niet mogelijk de beleidswaarde 2023 te bepalen op basis van de uitgangspunten 2024.
Stichting Accolade heeft de volgende (voornaamste) uitgangspunten (gemiddeld per woning teruggerekend) gehanteerd in de beleidswaarde:
Uitgangspunten DAEB | Ultimo 2024 | Ultimo 2023 |
Een streefhuur van gemiddeld | 649 | 620 |
Onderhoud | 2.945 | |
Beheernorm in € | 1.087 | 1.254 |
Disconteringsvoet | 4,17% | 5,54% |
Voor zover afwijkend voor de bepaling van de marktwaarde in verhuurde staat gehanteerde uitgangspunten, zijn de gehanteerde uitgangspunten voor de toekomstige exploitatie - zoals toegepast voor de bepaling van de beleidswaarde van de activa in exploitatie - afgeleid van de meerjarenbegroting (ontwikkeling streefhuur, onderhoudslasten en de lasten van verhuur & beheer) en geënt op de wettelijke voorschriften.
Stichting Accolade heeft hierbij uitgangspunten bepaald die mede van invloed zijn op de beleidswaarde. Wijzigingen van deze uitgangspunten zijn derhalve van invloed op deze waarde.
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
Accolade verkoopt woningen onder voorwaarden (“Slimmer Kopen en MGE”) waarbij de koper een contractueel bepaalde korting op de actuele waarde krijgt. De verwerking van dergelijke transacties hangt af van de contractuele voorwaarden. Accolade onderscheidt hierbij gerealiseerde verkopen, en verkopen welke kwalificeren als een financieringstransactie.
Als gerealiseerde verkoop kwalificeren:
- Verkopen waarbij Accolade het recht op terugkoop heeft tegen reële waarde op terugkoopmoment (Slimmer Kopen);
- Verkopen waarbij Accolade een plicht tot terugkoop heeft tegen (verwachte) reële waarde na het verstrijken van een aanzienlijk deel van de geschatte levensduur (MGE).
Van deze verkopen wordt het verschil tussen de netto verkoopopbrengst en de boekwaarde op moment van verkoop als resultaat verantwoord onder de post ‘netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille’.
Als financieringstransactie kwalificeren:
- Verkopen waarbij Accolade het recht op terugkoop heeft tegen een bedrag dat significant lager ligt dan de verwachte reële waarde op terugkoopmoment;
- Verkopen waarbij Accolade een plicht tot terugkoop heeft tegen reële waarde na het verstrijken van een beperkt deel van de geschatte levensduur;
- Verkopen waarbij Accolade een plicht tot terugkoop heeft tegen een vaste prijs, gebaseerd op de verwachte reële waarde op terugkoopmoment.
Verkopen onder voorwaarden die niet als financieringstransactie kwalificeren zijn verkooptransacties.
De als financieringstransactie gekwalificeerde verkopen onder voorwaarden worden als volgt verwerkt:
- De betreffende onroerende zaken worden direct voorafgaand aan de verkoop gewaardeerd tegen actuele waarde zijnde de met de koper overeengekomen contractprijs. Het verschil met de boekwaarde op dat moment wordt verwerkt: Bij een waardedaling: als een negatieve herwaardering indien en voor zover er voor de betreffende woning(en) op dat moment nog sprake is van een ongerealiseerde waardestijging, en voor het overige als een bijzonder waardeverminderingsverlies via de overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille; Bij een waardestijging: als een herwaardering indien en voor zover de actuele waarde hoger is dan de boekwaarde, en voor een eventueel resterende overige waardestijging als terugname van een bijzonder waardeverminderingsverlies;
- De woning wordt voor de overeengekomen contractprijs opgenomen onder de Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden; de (nog te) ontvangen contractprijs wordt opgenomen als Verplichtingen uit hoofde van Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden (eerste waardering).
- De woning wordt jaarlijks per balansdatum gewaardeerd tegen de marktwaarde op basis van de geldende contractvoorwaarden van de verkoop onder voorwaarden; eventuele waarde mutaties worden verwerkt als ‘Niet-gerealiseerde waardeveranderingen onroerende zaken verkocht onder voorwaarden’.
De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd op het bedrag dat de toegelaten instelling verschuldigd zou zijn indien op balansmoment het actief tegen de overeengekomen contractvoorwaarden teruggekocht zou moeten worden. Eventuele mutaties in deze verplichtingen worden in het resultaat verwerkt als ‘Niet-gerealiseerde waardeveranderingen onroerende zaken verkocht onder voorwaarden’.
Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden wordt de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord.
Indien de terugkoop gerealiseerd is vindt verwerking afhankelijk van de beleidsdoelstelling plaats:
- Bij gelijkblijvende bestemming blijft classificatie onder verkopen onder voorwaarden van toepassing. Waardering vindt plaats tegen de waarde waartegen terugkoop heeft plaatsgevonden;
- Indien de woning een “verhuur-bestemming” krijgt wordt deze woning opgenomen onder het vastgoed in exploitatie. Waardering vindt plaats op basis van de marktwaarde in verhuurde staat volgens het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde;
- Indien het beleid voornemen bestaat om de woning te verkopen zal verantwoording plaatsvinden onder de voorraden. Waardering vindt plaats tegen de waarde waarop de woning is teruggekocht.
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
Typering
Dit betreffen complexen in aanbouw die zijn bestemd om te worden ingezet als vastgoed in exploitatie.
Waarderingsgrondslag
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie wordt gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering of lagere marktwaarde en inclusief transactiekosten (zoals overdrachtsbelasting, notariskosten en andere transactiekosten). Er wordt geen rente tijdens de bouw toegerekend.
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd tegen de kostprijs (verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs), minus eventuele investeringssubsidies, verminderd met cumulatieve afschrijvingen en eventueel cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen.De afschrijving is lineair en gebaseerd op de verwachte gebruiksduur, rekening houdend met de restwaarde. Indien de verwachting omtrent de afschrijvingsmethode, gebruiksduur en/of restwaarde in de loop van de tijd wijzigingen ondergaat, worden deze wijzigingen als een schattingswijziging verantwoord. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Kosten voor periodiek groot onderhoud worden geactiveerd waarna het vervolgens lineair wordt afgeschreven over de economische levensduur.Buiten gebruik gestelde onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd tegen de kostprijs dan wel de lagere opbrengstwaarde. De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden niet langer in de balans opgenomen na vervreemding of wanneer geen toekomstige prestatie-eenheden van het gebruik of de vervreemding worden verwacht.
Financiële vaste activa
Optiepremie derivaten
De optiepremie derivaten wordt gewaardeerd tegen reële waarde en geamortiseerd over het eerste tijdvak.
Latente belastingvorderingen
Latente belastingvorderingen worden opgenomen voor verrekenbare fiscale verliezen en voor verrekenbare tijdelijke verschillen tussen de waarde van de activa en verplichtingen volgens fiscale voorschriften enerzijds en de in deze jaarrekening gevolgde waarderingsgrondslagen anderzijds, met dien verstande dat latente belastingvorderingen alleen worden opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winst zal zijn waarmee de tijdelijke verschillen kunnen worden verrekend en verliezen kunnen worden gecompenseerd.
De berekening van de latente belastingvordering geschiedt tegen de op het einde van het verslagjaar geldende belastingtarieven of tegen de in komende jaren geldende tarieven, voor zover deze al bij wet zijn vastgesteld.
Latente belastingvorderingen worden gewaardeerd tegen contante waarde.
Overige vorderingen
Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie, gewoonlijk de nominale waarde, en na eerste verwerking tegen de geamortiseerde kostprijs. Als de ontvangst van de vordering is uitgesteld op grond van een verlengde overeengekomen betalingstermijn wordt de reële waarde bepaald aan de hand van de contante waarde van de verwachte ontvangsten en worden er op basis van de effectieve rente rente-inkomsten ten gunste van de winst-en-verliesrekening gebracht. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering.
Bijzondere waardeverminderingen van financiële vaste activa
Ook voor financiële vaste activa, waaronder financiële instrumenten beoordeelt Accolade op iedere balansdatum of er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen van een financieel actief of een groep van financiële activa. Bij aanwezigheid van objectieve aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen bepaalt Accolade de omvang van het verlies uit hoofde van de bijzondere waardeverminderingen, en verwerkt dit direct in de winst-en-verliesrekening.
Bij financiële activa die gewaardeerd zijn tegen geamortiseerde kostprijs wordt de omvang van de bijzondere waardevermindering bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de best mogelijke schatting van de toekomstige kasstromen, contant gemaakt tegen de effectieve rentevoet van het financiële actief zoals die is bepaald bij de eerste verwerking van het instrument.
Een eventueel bijzonder waardeverminderingsverlies wordt teruggenomen indien de afname van de waardevermindering verband houdt met een objectieve gebeurtenis na afboeking. De terugname wordt beperkt tot maximaal het bedrag dat nodig is om het actief te waarderen op de geamortiseerde kostprijs op het moment van de terugname, als geen sprake geweest zou zijn van een bijzondere waardevermindering. Het teruggenomen verlies wordt in de winst-en-verliesrekening verwerkt.
Voorraden
Vastgoed bestemd voor de verkoop
Vastgoed beschikbaar en bestemd voor de verkoop wordt gewaardeerd op kostprijs gebaseerd op vervaardigingsprijs of lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat alle kosten die samenhangen met de verkrijging of vervaardiging, alsmede gemaakte kosten om de voorraden op hun huidige plaats en in hun huidige staat te brengen. In de kosten van vervaardiging zijn begrepen directe loonkosten en toeslagen voor aan de productie gerelateerde indirecte vaste en variabele kosten, waaronder de kosten van het bedrijfsbureau, onderhoudsafdeling en interne logistiek.
De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs onder aftrek van direct toerekenbare verkoopkosten. Bij de bepaling van de opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de incourantheid van de voorraden.
De teruggekochte verkoop onder voorwaarden is gewaardeerd tegen de gerealiseerde aankoopprijs, inclusief de direct toerekenbare kosten.
Grondposities
De grondposities worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs of lagere taxatiewaarde.
Vorderingen
Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Vorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, veelal gelijk aan de nominale waarde. Een voorziening voor oninbaarheid gebaseerd op een statische beoordeling per balansdatum wordt in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering.
Liquide middelen
Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Eigen vermogen
Herwaarderingsreserve
Een herwaarderingsreserve wordt gevormd voor het positieve verschil tussen de marktwaarde van activa en de boekwaarde op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs/ boekwaarde rekening houdend met afschrijvingen en cumulatieve waardeveranderingen.
In de herwaarderingsreserve worden de ongerealiseerde waardevermeerderingen van de onroerende zaken in exploitatie opgenomen. Er is sprake van een ongerealiseerde waardevermeerdering indien de marktwaarde van een waarderingscomplex op balansdatum hoger is dan de boekwaarde op basis van de verkrijgingsprijs- of vervaardigingsprijs, dan wel op basis van de boekwaarde rekening houdend met afschrijvingen en cumulatieve waardeverminderingen. Indien op een waarderingscomplex in het verleden een waardevermindering is verantwoord, dan wordt pas een herwaarderingsreserve gevormd voor het betreffende complex voor zover de marktwaarde hoger is dan de boekwaarde op basis van verkrijgings- of vervaardigingsprijs.
Het gerealiseerde deel van de herwaarderingsreserve van op marktwaarde gewaardeerde vastgoed in exploitatie wordt rechtstreeks ten gunste van de overige reserves verantwoord. Aangezien de waardevermeerdering van vastgoed in exploitatie en vastgoed verkocht onder voorwaarden reeds ten gunste van de winst- en verliesrekening is gebracht – en in verband hiermee een herwaarderingsreserve is gevormd – is verwerking van de daaropvolgende realisatie niet ten gunste van de winst- en verliesrekening gebracht.
Bij tot stand komen van de herwaardering wordt geen rekening gehouden met de invloed van belastingen op vermogen en resultaat.
Voorzieningen
Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen en verliezen die op balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de hoogte redelijkerwijs kan worden geschat. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. Discontering vindt plaats op basis van een disconteringsvoet voor belastingen die zowel de actuele marktrente als de specifieke risico’s met betrekking tot de verplichting weergeeft.
Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen.
Voorziening onrendabele investeringen en herstructurering
Bij de bepaling van voorzieningen wordt uitgegaan van in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan. Tot de feitelijke verplichtingen worden ook gerekend verplichtingen die kunnen worden gekwalificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de corporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de corporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de formalisering van de definitieve ontwerpfase en afgeleid het aanvragen van de bouwvergunning heeft plaatsgevonden.
Verwachte verliezen als gevolg van onrendabele investeringen nieuwbouw en woningverbeteringen worden als bijzondere waardeverandering in mindering gebracht op de boekwaarde van het complex waartoe de investeringen gaan behoren. Indien en voor zover de verwachte verliezen de boekwaarde van het betreffende complex overtreffen wordt voor dit meerdere een voorziening gevormd. Onder verwachte verliezen wordt in dit verband verstaan de netto contante waarde van alle investeringsuitgaven (verwachte stichtingskosten) minus aan deze investering toe te rekenen ontvangsten (verwachte marktwaarde verhuurde staat).
Overige voorzieningen
De overige voorzieningen worden opgenomen tegen contante waarde van de voor de afwikkeling van de voorziening naar verwachting noodzakelijke uitgaven. Discontering vindt plaats op basis van een disconteringsvoet voor belastingen die zowel de actuele marktrente als de specifieke risico’s met betrekking tot de verplichting weergeeft.Indien het effect van de tijdswaarde van geld niet materieel is, worden de overige voorzieningen gewaardeerd tegen de nominale waarde.Tenzij anders vermeld, worden de overige voorzieningen gewaardeerd tegen de contante waarde.
Accolade onderkent de volgende Overige voorzieningen:
- De Voorziening jubilea wordt opgenomen tegen de contante waarde van de verwachte uitkeringen gedurende het dienstverband. Bij de berekening van de voorziening wordt onder meer rekening gehouden met verwachte salarisstijgingen en de gemiddelde blijfkans over 3 jaar.
- De Voorziening opleidingen wordt opgenomen tegen de nominale waarde van de opgebouwde rechten met een afslag van 36% op basis van bestedingen .
- De Voorziening langdurig zieken is gevormd voor de verplichte loondoorbetaling gedurende de periode van ziekte of arbeidsongeschiktheid voor betreffende medewerkers die op balansdatum naar verwachting geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten door ziekte of arbeidsongeschiktheid (inclusief eventuele transitievergoeding). Bij de berekening van de voorziening wordt onder meer rekening gehouden met de herstelkans en de blijfkans.
- De voorziening thuiswerkplek wordt gevormd tegen de nominale waarde van de opgenomen rechten.
Langlopende schulden
Leningen
Langlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Een eventueel verschil tussen het ontvangen bedrag en de reële waarde van de lening wordt verantwoord op basis van de bij die transactie horende economische werkelijkheid. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten.
Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de geschatte looptijd van de schulden in de winst-en-verliesrekening als interestlast verwerkt.
Voor extendibles /tijdvakleningen wordt de effectieve rente bepaald op basis van de gemiddelde contractuele rente over de volledige looptijd van de lening, ervan uitgaande dat de vaste rente in het tweede tijdvak betaald moet worden.
De aflossingsverplichting voor het komend jaar van de langlopende schulden is opgenomen onder de kortlopende schulden.
In het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden heeft de corporatie een terugkoopverplichting die mede afhankelijk is van de ontwikkeling van de waarde van de woningen in het economisch verkeer en de specifieke contractuele voorwaarden. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd. Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden is de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord.
Derivaten
Voor de onder de langlopende schulden opgenomen derivaten wordt verwezen naar de hieronder opgenomen paragraaf financiële instrumenten.
Kortlopende schulden
Kortlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Kortlopende schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Dit is meestal de nominale waarde.
Financiële instrumenten
In het Treasury statuut wordt het gebruik van niet complexe derivaten onder voorwaarden toegestaan. Binnen het treasurybeleid van Accolade dient het gebruik van afgeleide financiële instrumenten (‘derivaten’) ter beperking van inherente financiële risico's. Op grond van het vigerende interne Treasury statuut is het gebruik van derivaten slechts toegestaan voor zover er een materieel verband met de financieringspositie of het belegde vermogen kan worden gelegd. Derivaten mogen niet worden gebruikt voor het innemen van een speculatieve positie. Voor derivaten aangegaan na 1 oktober 2013 geldt dat Accolade zich volgens haar Treasury statuut onverkort houdt aan de Beleidsregels gebruik financiële derivaten door toegelaten instellingen volkshuisvesting.
Conform RJ 290 wordt slechts de marktwaarde van de extendibles op- of afgewaardeerd in de jaarrekening. De opgenomen marktwaarde is tot stand gekomen op basis van onafhankelijke waarderingen. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde inclusief direct toerekenbare transactiekosten. Na de eerste opname worden financiële instrumenten, met uitzondering van de afgeleide financiële instrumenten, gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rente methode verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen.
De reële waarde is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en onafhankelijk van elkaar zijn. Indien niet direct een betrouwbare reële waarde is aan te wijzen, wordt de reële waarde benaderd door deze af te leiden uit de reële waarde van bestanddelen of van een soortgelijk financieel instrument, of met behulp van waarderingsmodellen en waarderingstechnieken. Hierbij wordt gebruik gemaakt van recente gelijksoortige ‘at arm’s length’-transacties, van de DCF-methode (contante waarde van kasstromen) en/of van optiewaarderingsmodellen, rekening houdend met specifieke omstandigheden. Indien waarderingen niet beschikbaar zijn, wordt gebruik gemaakt van tegenpartij waarderingen.
Grondslagen voor bepaling van het resultaat
Huuropbrengsten
Hier worden de huuropbrengsten opgenomen die uit de exploitatie van het vastgoed worden gegenereerd, exclusief de opbrengsten servicecontracten en onder aftrek van derving wegens leegstand en oninbaarheid. Dit zijn zowel de huuropbrengsten uit de exploitatie van het DAEB-vastgoed als het niet-DAEB-vastgoed. De opbrengsten uit hoofde van huur worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van opeisbaarheid daar bij tussentijdse beëindiging van het huurcontract geen terugbetalingsverplichting geldt. De mutatie van de voorziening voor dubieuze debiteuren en de afboeking van dubieuze huurdebiteuren zijn onder deze post opgenomen.
Opbrengsten en lasten servicecontracten
Dit betreffen ontvangen bedragen van huurders en bewoners ter dekking van te maken en gemaakte servicekosten. Jaarlijks vindt verrekening plaats op basis van de daadwerkelijke bestedingen. De kosten worden verantwoord onder de lasten servicecontracten.
Overheidsbijdragen
Onder deze post zijn o.a. de monumentensubsidies opgenomen.
Voor zover de overige overheidsbijdragen nog niet zijn ontvangen is de bijdrage berekend op grond van de regelingen, waarbij rekening is gehouden met voorcalculatorische huurverhogingen en lastenstijgingen.
Lasten verhuur en beheeractiviteiten
Hier worden de directe en indirecte kosten verantwoord die rechtstreeks zijn te relateren aan de verhuur- en beheeractiviteiten. Hierbij kan worden gedacht aan:
- lonen en salarissen voor personeel dat primair bezig is met de exploitatie van het vastgoed
- kosten klantencontactcenter
Lasten onderhoudsactiviteiten
Aan deze post worden de lasten toegerekend die betrekking hebben op onderhoud. Dit betreffen naast onderhoudslasten ook personeelslasten en overige bedrijfslasten die zijn toegerekend aan onderhoudsactiviteiten. Onder onderhoudslasten worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Reeds aangegane verplichtingen waarvan de werkzaamheden nog niet zijn uitgevoerd op balansdatum, worden verwerkt onder de niet in de balans opgenomen verplichtingen.
Overige directe operationele lasten exploitatie bezit
Aan deze posten worden de directe lasten met betrekking tot de exploitatie van het bezit toegerekend die geen betrekking hebben op de verhuur- en beheeractiviteiten of onderhoudsactiviteiten. Gedacht kan worden aan:
- onroerendezaakbelasting
- verzekeringskosten
Nettoresultaat verkocht vastgoed in ontwikkeling
De post nettoresultaat verkocht vastgoed in ontwikkeling betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de boekwaarde en toegerekende kosten van grondverkopen. Opbrengsten worden -verantwoord naar rato van de verrichte prestaties op balansdatum.
Netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille
Het netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de boekwaarde. Resultaten worden verantwoord op het moment van levering (passeren transportakte). De kosten die toe te rekenen zijn aan de verkoop van de vastgoedportefeuille worden verantwoord onder de toegerekende organisatiekosten.
De opbrengst uit woningen verkocht onder voorwaarden wordt alleen als verkoopopbrengst verantwoord als alle belangrijke economische rechten zijn overgedragen aan de koper.
Waardeveranderingen vastgoedportefeuille
Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille
De overige waardeveranderingen worden gevormd door:
- de waardevermindering die is ontstaan door gedurende het verslagjaar nieuw aangegane juridische en feitelijke verplichtingen met betrekking tot investeringen in nieuwbouw en herstructurering;
- de waardevermindering die is ontstaan doordat de marktwaarde van een complex lager is dan de historische kostprijs van het complex;
- de terugname van eerder genomen waardeverminderingen door gewijzigde inschattingen van stichtingskosten/marktwaarde;
- afwaarderingen (en eventuele terugnames van eerder genomen afwaarderingen) van grondposities;
- afboeking van eerder geactiveerde bedragen voor investeringsprojecten.
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille betreffen winsten of mogelijke verliezen, die ontstaan door een wijziging in de waarde van de vastgoedportefeuille in het verslagjaar. Daarnaast wordt het gedeelte van de na-investeringen dat niet leidt tot een verhoging van de marktwaarde in deze post verantwoord.
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden
In deze post worden de ongerealiseerde waardeveranderingen verantwoord van de vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden die zijn ontstaan door een wijziging in de waarde van de vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden in het verslagjaar.
Opbrengsten en kosten overige activiteiten
Hieronder worden resultaten uit de niet-primaire activiteiten opgenomen. Dit zijn de activiteiten welke niet-gerelateerd zijn aan het exploiteren, het ontwikkelen (voor de koop) of het verkopen van bestaand vastgoed. Hieronder zijn opgenomen de opbrengsten en kosten van het beheer van VvE’s, de opbrengsten en kosten van doorberekende salarissen.
Afschrijvingen (im)materiële vaste activa ten dienste van exploitatie
De afschrijvingen op onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gebaseerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs.
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden vanaf het moment van gereedheid voor ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief.
Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de verwachte gebruiksduur. Met een mogelijke restwaarde wordt rekening gehouden. Over terreinen en op marktwaarde verhuurde staat gewaardeerd vastgoed in exploitatie wordt niet afgeschreven.
Boekwinsten en boekverliezen bij verkoop van onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie zijn begrepen onder de afschrijvingen.
Lonen en salarissen en sociale lasten
Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst-en-verliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers.
Pensioenlasten
Accolade heeft één pensioenregeling. De belangrijkste kenmerken hiervan zijn:
Pensioenregeling van het bedrijfstakpensioenfonds voor de Woningcorporaties
Accolade heeft haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers bouwen jaarlijks een pensioenrecht op over het loon van dat jaar (middelloonregeling).
De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij de Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (SPW). Accolade betaalt hiervoor premies, waarvan de werkgever iets meer en de werknemer iets minder dan de helft betaald.
De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Naar de stand van ultimo december 2024 is de beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds 129,0% (31 december 2023: 131,5%). Ultimo 2024 dient het pensioenfonds een beleidsdekkingsgraad van ten minste 126,1% of hoger te hebben. Het fonds heeft dus een reserveoverschot. Als er een reservetekort is wordt jaarlijks een herstelplan bij de toezichthouder ingediend waarmee wordt aangetoond dat SPW binnen 5 jaar uit een reservetekort kan komen met als uitgangspunt de stand per ultimo voorgaand boekjaar. Het pensioenfonds verwacht hieraan op termijn te kunnen voldoen en voorziet geen noodzaak voor de aangesloten instellingen om extra stortingen te verrichten. Accolade heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij SPW, anders dan het effect van hogere toekomstige premies.
Op de Nederlandse pensioenregelingen zijn de bepalingen van de Nederlandse Pensioenwet van toepassing en worden op verplichte, contractuele of vrijwillige basispremies aan pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen betaald door Accolade. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terug storting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen.
Voor bestaande verplichtingen (anders dan de te betalen premies) ten opzichte van de pensioenuitvoerder en/of werknemers wordt een voorziening opgenomen.
Dit betreft een voorziening voor:
- de verplichting van Accolade tot het verrichten van extra betalingen of herstelpremies als gevolg van een lage dekkingsgraad van het pensioenfonds;
- extra pensioenaanspraken die voortvloeien uit door Accolade toegezegde toekomstige salarisverhogingen (bijvoorbeeld voortkomend uit Cao-afspraken) bij een eindloonregeling;
- onvoorwaardelijke nog niet gefinancierde indexaties;
- nadelen van individuele waardeoverdrachten die ten laste komen van Accolade.
Daarnaast neemt Accolade een vordering op voor:
- toegezegde restituties als gevolg van een hoge dekkingsgraad van het pensioenfonds;
- overrente of winstdeling die overeenkomstig de bepalingen in een verzekeringscontract beschikbaar komen voor Accolade.
- voordelen van individuele waardeoverdrachten die ten gunste komen van Accolade.
Per 31 december 2024 en 31 december 2023 is geen sprake van voorzieningen of vorderingen ten aanzien van bovenstaande rechten of verplichtingen.
Overige organisatiekosten
Dit betreffen de kosten van stafafdelingen die niet aan reguliere bedrijfsactiviteiten toegerekend kunnen worden middels de systematiek die toegelicht is aan het begin van dit hoofdstuk.
Leefbaarheid
De hieronder verantwoorde kosten betreffen kosten van fysieke ingrepen niet zijnde investeringen en uitgaven voor activiteiten in de omgeving van woongelegenheden van Accolade, die de leefbaarheid in buurten en wijken ten goede moeten komen.
Waardeveranderingen van financiële vaste activa en van effecten
Waardevermeerderingen op effecten worden verwerkt op basis van de gerealiseerde resultaten bij verkoop. Voor aandelen verantwoord onder effecten worden waardevermeerderingen eerst verantwoord via het eigen vermogen. Het cumulatieve resultaat dat voorheen in het eigen vermogen was opgenomen wordt overgeboekt naar de winst- en verliesrekening op het moment dat de desbetreffende aandelen niet langer in de balans worden verwerkt. (Bijzondere) waardeverminderingen op effecten worden rechtstreeks in de winst- en verliesrekening verantwoord.
De waardeverandering van de jaarlijkse externe taxatie van derivaten waarvan het eerste tijdvak nog niet verlopen is, worden verantwoord onder de waardeveranderingen van financiële vaste activa en van effecten.
Rentebaten en rentelasten
Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen, die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen.
Belastingen
Vanaf 1 januari 2008 is Accolade integraal belastingplichtig geworden voor de vennootschapsbelasting. Corporaties zijn sindsdien verplicht over hun integrale activiteiten vennootschapsbelasting te betalen.
De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst-en-verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief.
Verwerking fiscaliteit
Ten aanzien van de acute belastinglast en belastinglatenties in de jaarrekening heeft Accolade een aantal standpunten ingenomen.
De belangrijkste standpunten betreffen:
- Het onderscheid tussen onderhoudskosten en investeringen;
- De verwerking van projectontwikkelingsresultaten.
Met betrekking tot de vennootschapsbelasting heeft Accolade een fiscale strategie gekozen en fiscale meerjarenplanning opgesteld.
Accolade volgt in haar fiscale strategie en fiscale planning de binnen de sector gangbare standpunten die naar de mening van belastingadviseurs pleitbaar zijn.
Er zijn geen (belangrijke) consequenties/onzekerheden voor de berekening van de belastinglast en de beoordeling daarvan door de Belastingdienst.
Toerekening van indirecte lasten
Lasten worden verantwoord in het jaar waarop ze betrekking hebben. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen direct en indirect toe te rekeningen kosten. Accolade hanteert aparte verdeelsleutels voor DAEB en NIET-DAEB voor de toerekening van indirecte kosten:
Wijze van toerekening | |
Lonen en Salarissen | Directe toerekening aan onderhoud o.b.v. afdeling Vastgoed en Dagelijks onderhoud +30% afdeling Woonpunt +10% cred adm +75% ohd adm; restant o.b.v. FTE verdeling |
Sociale Lasten | Directe toerekening aan onderhoud o.b.v. afdeling Vastgoed en Dagelijks onderhoud +30% afdeling Woonpunt +10% cred adm +75% ohd adm; restant o.b.v. FTE verdeling |
Pensioen Lasten | Directe toerekening aan onderhoud o.b.v. afdeling Vastgoed en Dagelijks onderhoud +30% afdeling Woonpunt +10% cred adm +75% ohd adm; restant o.b.v. FTE verdeling |
Lasten onderhoud en leefbaarheid | Directe toerekening verdelen o.b.v. 80/20 80 direct en 20 indirect |
Overige Personeel kosten | Directe toerekening onderhoud o.b.v. afdeling Vastgoed en Dagelijks onderhoud, restant o.b.v. FTE verdeling |
Afschrijvingen kantoren, inventaris, werkplaats | o.b.v. FTE verdeling |
Afschrijvingen vervoermiddelen | o.b.v. FTE verdeling |
Vervoerskosten | Directe toerekening onderhoud o.b.v. afdeling Vastgoed en Dagelijks onderhoud, restant o.b.v. FTE verdeling |
Huisvestingkosten | Toerekening aan onderhoud o.b.v. afdeling Vastgoed en Dagelijks onderhoud, resterende huisvestingskosten 20% (weging obv fte) naar onderhoud, restant o.b.v. FTE verdeling |
Bestuurskosten | Directe toerekening aan overige organisatie kosten |
Kantoorkosten | Directe toerekening onderhoud o.b.v. afdeling Vastgoed en Dagelijks onderhoud, resterende kantoorkosten 12% (weging obv fte) naar onderhoud, restant o.b.v. FTE verdeling |
Algemene kosten | Directe toerekening aan onderhoud o.b.v. Vastgoed en Dagelijks onderhoud + adm kosten VVE beheer (33% totale kosten) + technische advieskosten, restant toerekenen obv grootboek |
De onderlinge verdeling tussen Daeb en Niet-Daeb wordt gedaan op basis van kostenfactoren en komt uit op 96% voor Daeb en 4% voor Niet-Daeb.
De kosten factoren zijn vastgesteld op basis van: | |
Woningen | Standaard 100 m2 = kostenfactor: 1 |
Onzelfstandige woningen | Standaard 50 m2 = kostenfactor 0,5 |
BOG | Standaard 100 m2 of kleiner = kostenfactor 0,5 |
Boven 100 m2 = 0,5 kostenfactor per 100m2 afgerond op hele getallen naar boven | |
Garages en Parkeerplaatsen | Kostenfactor = 0,25 |
Bergingen | Kostenfactor = 0,10 |
Leasing
Leasecontracten waarbij een groot deel van de voor- en nadelen verbonden aan de eigendom niet bij Accolade ligt, worden verantwoord als operationele leasing. Verplichtingen uit hoofde van operationele leasing worden, rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de winst- en verliesrekening over de looptijd van het contract.
Belangrijke inschattingen ten aanzien van waardering en resultaatbepaling
Waardering vaste activa
Vastgoedbeleggingen, marktwaarde verhuurde staat
De belangrijkste uitgangspunten welke bij de bepaling van de marktwaarde verhuurde staat van het DAEB en niet-DAEB vastgoed in exploitatie zijn gehanteerd zijn uiteengezet bij Daeb vastgoed in exploitatie en Niet-Daeb vastgoed in exploitatie. De volgende aspecten met een bijzondere invloed op de uitkomsten van de waardering kennen ten tijde van het opmaken van deze jaarrekening een bijzondere onzekerheid (gevoeligheidsanalyse).
Timing en verwerking van onrendabele investeringen nieuwbouw en herstructurering
In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de corporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de corporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de formalisering van de definitief ontwerpfase en afgeleid het aanvragen van de bouwvergunning heeft plaatsgevonden.
De aannames gedaan bij de financiële impact van bovengenoemde feitelijke verplichtingen kunnen afwijken bij daadwerkelijke realisatie van de projecten. Planvorming kan onder meer wijzigingen in de tijd ondergaan door bewegingen in het prijsniveau van leveranciers, wettelijke procedures en aanpassingen in de voorgenomen bouwproductie.
Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investerings- en financieringsactiviteiten.
De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit de liquide middelen, met uitzondering van deposito’s met een looptijd langer dan drie maanden.
De kasstromen uit hoofde van de financiering zijn gesplitst in kasstromen met betrekking tot mutaties in de hoofdsom (opgenomen onder financieringsactiviteiten) en betaalde interest (opgenomen onder operationele activiteiten). De investeringen in vastgoedbeleggingen worden opgenomen rekening houdend met de onder overige schulden opgenomen verplichtingen.
Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, waaronder het afsluiten van financiële leasing, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van de leasetermijnen uit hoofde van het financiële leasingcontract zijn voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing als een uitgave uit financieringsactiviteiten aangemerkt en voor het gedeelte dat betrekking heeft op de interest als een uitgave uit operationele activiteiten.
Onder de wijzigingen kortgeld mutaties in het kasstroomoverzicht wordt de wijziging in het opgenomen deel van de flex leningen weergegeven.
5. Toelichting op de balans
in bedragen x €1.000
ACTIVA
1. Immateriële vaste activa
Omschrijving | Software |
Stand per 31/12/2023 | |
Verkrijgingsprijzen | 945 |
Cumulatieve afschrijvingen | -298 |
Boekwaarde 31/12/2023 | 647 |
Investeringen | 0 |
Desinvesteringen | 0 |
Afschrijving desinvesteringen | 0 |
Afschrijvingen | -94 |
Boekwaarde 31/12/2024 | 553 |
Stand per 31/12/2024 | |
Aanschafwaarde | 945 |
Cumulatieve afschrijvingen | -392 |
Boekwaarde 31/12/2024 | 553 |
Voor de post immateriële vaste activa hanteren we een afschrijvingstermijn van 10 jaar lineair.
De post bestaat uit de implementatiekosten voor ons primaire systeem.
2. Vastgoedbeleggingen
2.1 en 2.2 DAEB en Niet-DAEB vastgoed in exploitatie
Omschrijving | DAEB vastgoed in exploitatie 2024 | DAEB vastgoed in exploitatie 2023 | Niet-DAEB vastgoed in exploitatie 2024 | Niet-DAEB vastgoed in exploitatie 2023 |
Stand per 1 januari | ||||
Verkrijgingsprijzen | 987.238 | 964.489 | 68.294 | 68.284 |
Cumulatieve waardeveranderingen | -33.562 | -23.489 | -3.778 | -4.826 |
Niet gerealiseerde herwaarderingen | 969.341 | 1.267.854 | 26.628 | 37.750 |
Cumulatieve afschrijvingen | ||||
Boekwaarden per 1 januari | 1.923.016 | 2.208.854 | 91.144 | 101.208 |
Overheveling vanuit voorziening ORT | -11.855 | 0 | 0 | 0 |
Boekwaarden per 1 januari | 1.911.161 | 2.208.854 | 91.144 | 101.208 |
Overheveling naar in ontwikkeling | 0 | -1.217 | -278 | 0 |
Overheveling naar voorraad | 0 | -941 | 0 | 0 |
Investeringen nieuwbouw | 35.395 | 4.953 | 0 | 0 |
Investeringen bestaand bezit | 25.469 | 22.903 | 61 | 791 |
ORT woningverbetering | -11.193 | -13.128 | 0 | 0 |
Voorziening ORT woningverbetering | 3.623 | 10.055 | 0 | 0 |
Desinvesteringen Verkoop | -3.697 | -3.389 | 0 | -2.247 |
Desinvesteringen Sloop | 0 | 0 | 0 | 0 |
Waardevermindering | 0 | -7.776 | 0 | 0 |
Terugneming van waardeverminderingen | 359 | 0 | 12 | 2.514 |
Herwaardering | 168.853 | -297.297 | 8.247 | -11.123 |
Boekwaarde 31 december | 2.129.969 | 1.923.016 | 99.185 | 91.144 |
Stand per 31 december | ||||
Verkrijgingsprijzen | 1.048.101 | 987.238 | 68.311 | 68.294 |
Cumulatieve waardeveranderingen | -56.326 | -33.562 | -4.000 | -3.778 |
Niet gerealiseerde herwaarderingen | 1.138.194 | 969.341 | 34.874 | 26.628 |
Boekwaarde 31 december | 2.129.969 | 1.923.016 | 99.185 | 91.144 |
Complexindeling
Overeenkomstig het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde vindt waardering op waarderingscomplex niveau plaats. Elk waarderingscomplex bestaat uit vergelijkbare verhuureenheden voor wat betreft type eenheid, bouwjaar en locatie. Daarnaast is het gehele waarderingscomplex als eenheid aan een derde partij te verkopen. Alle verhuureenheden van Accolade maken deel uit van een waarderingscomplex of vormen een afzonderlijk waarderingscomplex.
Waarderingsmethode
De marktwaarde in verhuurde staat van het vastgoed in exploitatie is gebaseerd op een modelmatige, op kasstromen gebaseerde methodiek. De basiskenmerken van de methodiek zijn als volgt:
- De aannames aangaande de geprognosticeerde kasstromen zijn gebaseerd op de contractuele verplichtingen van de toegelaten instelling die rusten op het vastgoed.
- De overige (na de contractperiode in acht te nemen) aannames en uitgangspunten zijn gebaseerd op gegevens van de markt waarop de toegelaten instelling actief is.
- Feiten en omstandigheden die kunnen worden gekwalificeerd als verplichtingen die niet specifiek aan het vastgoed zijn toe te rekenen (zoals bijvoorbeeld afgesloten convenanten met gemeenten over aan te houden volumes in huurprijs categorieën en mogelijk in de toekomst te maken prestatieafspraken) zijn niet opgenomen in de waardering van het vastgoed, maar maken onderdeel uit van de niet uit de balans blijkende verplichtingen.
- Het rekenmodel maakt gebruik van een Netto Contante Waardeberekening (NCW), ook wel Discounted Cash Flow (DCF) genaamd. Dit betekent dat voor een periode van 15 jaar de inkomsten en uitgaven betrouwbaar worden geschat en dat deze aan de hand van een disconteringsvoet “contant” worden gemaakt naar het heden. Daarnaast wordt een eindwaarde bepaald na afloop van de DCF-periode van 15 jaar (de zogenaamde exit yield).
Het inschatten van kosten en opbrengsten wordt gedaan aan de hand van twee scenario’s; door exploiteren en uitponden. Bij door exploiteren is de veronderstelling dat het volledige complex in bezit blijft gedurende de volledige DCF-periode. Het inrekenen van de markthuur geschiedt bij mutatie. Bij uitponden is de veronderstelling dat bij mutatie tot verkoop van individuele woningen wordt overgegaan.
Bij beide scenario’s wordt ervan uitgegaan dat het object/complex in zijn geheel aan een derde wordt verkocht. Per complex wordt uiteindelijk het scenario met de hoogste uitkomst gelijkgesteld aan het begrip “marktwaarde verhuurde staat”, zijnde de actuele waarde waartegen de waardering van het vastgoed plaats vindt.
Het inschatten van de kosten en opbrengsten wordt op basis van marktconforme uitgangspunten gedaan. De volgende parameters worden hierbij gehanteerd:
- Prijsinflatie ten behoeve van de jaarlijkse indexatie van de ingerekende contract huur, de markthuur, de maximale huur en de liberalisatiegrens, belastingen, verzekeringen en overige zakelijke lasten;
- Loonstijging als uitgangspunt voor de stijging van de beheerskosten;
- Bouwkostenstijging vormt het uitgangspunt voor de stijging van de onderhoudskosten, de verkoopkosten en de verouderingskosten;
- Leegwaardestijging is de basis voor de stijging van de verkoopopbrengst in het uitpondscenario.
Accolade heeft de voorgeschreven parameters uit het handboek ‘modelmatig waarderen marktwaarde 2024’ toegepast voor de volgende onderdelen: prijsinflatie, looninflatie en bouwkostenstijging. Voor de leegwaardestijging geldt dat gebruik is gemaakt van de vrijheidsgraden. Daarnaast is er ook gebruik gemaakt van de vrijheidsgraden: leegwaarde, markthuur, mutatiegraad DE en UP, disconteringsvoet en exit yield.
Impact hantering vrijheidsgraden | Parameter handboek | Eigen parameter | ||
Markthuur: | O.b.v. klasse, leegwaarde,bouw-jaar, | |||
woningtype, oppervlakte en COROP gebied | ||||
Woningen | Bandbreedte € 238 - € 1489 | |||
BOG | Bandbreedte € 25 - € 248 (per m 2 VVO pj) | |||
Parkeren | Bandbreedte € 15 - € 85 | |||
Markthuurstijging | Prijsinflatie handboek | n.v.t. | ||
Exit Yield: | ||||
Woningen | Eindwaarde | Bandbreedte 3,3% - 12,9% | ||
BOG | Eindwaarde | Bandbreedte 6% - 13% | ||
Parkeren | Eindwaarde | Bandbreedte 6% - 11,1% | ||
Leegwaarde: | ||||
Woningen | Geïndexeerde WOZ | Bandbreedte € 30.500 - € 463.500 | ||
Parkeren | Geïndexeerde WOZ | Bandbreedte € 2.500 - € 22.500 | ||
Leegwaardestijging | Leegwaardestijging | n.v.t | ||
Disconteringsvoet: | O.b.v. kenmerken, COROP gebied | |||
Woningen | Bandbreedte UP 3,76% - 15,08% / Bandbreedte DE 3,01% - 13,83% | |||
BOG | Bandbreedte DE 3,27% - 8,40% | |||
Parkeren | Bandbreedte UP 4,72% - 13% / Bandbreedte DE 3,31% - 8,49% | |||
Mutatie- en verkoopkans | Minimale ondergrens 4% | |||
Woningen | Bandbreedte 4% - 15% | |||
Parkeren | Bandbreedte 5% - 15% | |||
Onderhoud: | Zie instandhoudingsonderhoud in | |||
bovenstaande tabellen | ||||
Woningen | Bandbreedte DE € 150 - €2426 / Bandbreedte UP € 150 - € 1698 | |||
BOG | n.v.t. | |||
Parkeren | n.v.t. | |||
Technische splitsingskosten: | ||||
Woningen | n.v.t. | n.v.t. | ||
BOG | n.v.t. | n.v.t. | ||
Parkeren | n.v.t. | n.v.t. | ||
Erfpacht | n.v.t. | n.v.t. | ||
Schematische vrijheid | n.v.t. | n.v.t. | ||
Bijzondere omstandigheden | n.v.t. | n.v.t. |
Gehanteerde werkwijze taxaties DAEB en Niet-DAEB Portefeuille
In 2024 is de portefeuille gewaardeerd door een externe taxateur door middel van markttechnische update.
Mutatie marktwaarde verhuurde staat
Mutaties in de marktwaarde in verhuurde staat van vastgoed in exploitatie worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord onder ‘Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille’.
Herwaardering
Een herwaarderingsreserve wordt gevormd voor het positieve verschil tussen de marktwaarde van activa en de boekwaarde op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs/ boekwaarde rekening houdend met afschrijvingen en cumulatieve waardeveranderingen.
Toelichting op de marktwaarde full-versie
Over 2024 is de (totale) marktwaarde van het vastgoed gestegen met 11% van € 2.014 miljard tot € 2.229 miljard. In onderstaande tabel is het verloop van de ultimo marktwaarde 2023 (full-versie) naar marktwaarde ultimo 2024 (full-versie) in beeld gebracht.
Totaal Daeb | Totaal Niet Daeb | Totaal | Verschil (%) | |
Waarde 2023 | 1.923.016 | 91.144 | 2.014.160 | |
Voorraadmutaties | 11.018 | 278- | 10.740 | 1,0% |
Verkoop / sloop / overig weg | 4.176- | 278- | 4.454- | -0,2% |
Wijziging waarderingsmodel - oude waarde | 2.322- | - | 2.322- | -0,1% |
Wijziging waarderingsmodel - nieuwe waarde | 2.280 | - | 2.280 | 0,1% |
Nieuwbouw / aankoop / overig nieuw | 23.283 | - | 23.283 | 1,2% |
Renovatie projecten in ontwikkeling | 8.048- | - | 8.048- | |
Vastgoedgegevens | 59.516 | 2.069 | 61.585 | 3,1% |
Oppervlakte | 63- | 54- | 117- | 0,0% |
Vastgoedtype | 6- | - | 6- | 0,0% |
Contracthuur | 63.331 | 2.377 | 65.708 | 3,3% |
Leegstand | 2.837 | 96- | 2.741 | 0,1% |
Maximale huur | 394- | - | 394- | 0,0% |
Mutatiegraad doorexploiteren | 628- | 26- | 654- | 0,0% |
WOZ-waarde | 1.758- | 39- | 1.797- | -0,1% |
Contractgegevens BOG/MOG/ZOG | 306- | 93- | 398- | 0,0% |
Complexdefinitie en verkooprestricties | 3.499- | - | 3.499- | -0,2% |
Methodische wijzigingen | 18.595 | 1.193 | 19.788 | 1,0% |
Toevoeging middenhuur | 2.210 | 302 | 2.512 | 0,1% |
Aanpassing opslag beschermd bezit | 6 | - | - | 0,0% |
Toevoeging middensegment voor huidige contracten | - | 214 | 214 | 0,0% |
Overdrachtskosten | 16.379 | 678 | 17.057 | 0,9% |
Marktontwikkelingen | 117.824 | 5.057 | 122.881 | 6,1% |
Macro-economische parameters | 5.864 | 177 | 6.041 | 0,3% |
Sociale en vrije sector huurgrens | 457 | 7 | 464 | 0,0% |
Mutatiegraad uitponden | 10.396 | 445 | 10.842 | 0,5% |
Reguliere huurstijging | 7.442- | 432 | 7.010- | -0,4% |
Markthuur | 22.511 | 884 | 23.395 | 1,2% |
Markthuurstijging | 212- | - | 212- | 0,0% |
Leegwaarde | 87.751 | 4.064 | 91.815 | 4,6% |
Splitsingskosten | 102- | 27- | 128- | 0,0% |
Verkoopkosten | - | 14- | 14- | 0,0% |
Instandhoudings- en mutatieonderhoud | 8.638- | 437- | 9.075- | -0,4% |
Beheerkosten | 4.887- | 134- | 5.020- | -0,3% |
Belastingen en verzekeringen | 50 | 7- | 43 | 0,0% |
Disconteringsvoet | 2.982- | 407 | 2.574- | -0,1% |
Exit yield | 15.056 | 739- | 14.317 | 0,7% |
Waarde 2024 | 2.129.969 | 99.185 | 2.229.154 | 11,2% |
Uit de tabel komt naar voren dat de leegwaarde (4,6%) en de contracthuur (3,3%) de grootste invloed heeft op de waardestijging 2024.
Er is een systematiek ontwikkelt waarin de disconteringsvoet wordt opgebouwd op basis van verschillende object- en locatiekenmerken van het getaxeerde. De uitkomst van dit model geeft een disconteringsvoet voor zowel het doorexploiteer- als uitpondscenario. Deze opbouw is als basis vertrekpunt voor de waarderingen gehanteerd. Vervolgens is deze op complexniveau waar nodig bijgesteld om tot realistische output-parameters te komen. De disconteringsvoet is daarbij ingeschat door taxateur op basis van nagebootste beleggingstransacties aangezien dit een betere weergave geeft van de werkelijke situatie geeft als de modelmatig bepaalde disconteringsvoet.
Mutatiegraad: de mutatiegraad is vastgesteld op basis van het 5-jarig gemiddelde, tenzij dit niet reëel wordt geacht (o.a. in het geval van recent opgeleverde nieuwbouw). Voor de mutatiegraad is een ondergrens van 5% gehanteerd op basis van market-evidence. De ondergrens in het handboek is 4%.
Gevoeligheidsanalyse marktwaarde
Gevoeligheidsanalyse marktwaarde | Scenario | Daeb | Niet Daeb | Totaal |
Waarde 31-12-2024 | 2.129.969 | 99.185 | 2.229.154 | |
0 | ||||
Contracthuur | € 25 hoger | 46.935 | 3.188 | 50.123 |
Contracthuur | € 25 lager | -46.804 | -3.163 | -49.967 |
Markthuur | € 25 hoger | 12.479 | 1.099 | 13.578 |
Markthuur | € 25 lager | -12.678 | -275 | -12.953 |
Leegwaarde | 10,0% hoger | 94.446 | 5.345 | 99.791 |
Leegwaarde | 10,0% lager | -79.265 | -4.833 | -84.098 |
Disconteringsvoet | 0,5% hoger | -84.984 | -3.280 | -88.264 |
Disconteringsvoet | 0,5% lager | 91.377 | 3.505 | 94.882 |
Disconteringsvoet | 1,0% hoger | -164.588 | -6.377 | -170.965 |
Disconteringsvoet | 1,0% lager | 190.711 | 7.178 | 197.889 |
Tabel eenheden in exploitatie:
Omschrijving | DAEB vastgoed in exploitatie 2024 | DAEB vastgoed in exploitatie 2023 | Niet-DAEB vastgoed in exploitatie 2024 | Niet-DAEB vastgoed in exploitatie 2023 |
Woningen | 14.114 | 14.008 | 359 | 359 |
Intramuraal | 583 | 575 | 0 | 0 |
Extramuraal | 671 | 693 | 0 | 0 |
Flex woningen | 44 | 44 | 0 | 0 |
Overige woongelegenheden | 50 | 50 | 0 | 0 |
Niet woongelegenheden | 63 | 72 | 874 | 872 |
Per 31 december | 15.525 | 15.442 | 1.233 | 1.231 |
De WOZ waarde op basis van WOZ beschikkingen per 01-01-2024 van Daeb en Niet Daeb woningen bedraagt respectievelijk € 2.950 miljoen en € 112 miljoen.
Alle vaste activa zijn juridisch en economisch in vrije eigendom van de stichting. In het boekjaar werd ter zake van onroerende zaken in ontwikkeling geen bouwrente geactiveerd.
De activa zijn verzekerd tegen aanschaf- c.q. voortbrengingskosten. Het onroerend goed is in zijn geheel gefinancierd met kapitaalmarktleningen onder overheids- of WSW garantie. Op 460 woningen zijn rechten van hypothecaire zekerheden afgegeven, om leningen onder overheidsgarantie, ter waarde van € 6,1 miljoen, te dekken.
Naar verwachting zullen 10 woningen binnen één jaar worden verkocht. De verwachte opbrengstwaarde van deze onroerende zaken bedraagt € 2,3 miljoen. De boekwaarde (marktwaarde) van deze eenheden bedraagt ultimo verslagjaar € 1,2 miljoen.
De beleidswaarde van het Vastgoed in exploitatie bedraagt per 31-12-2024 € 1.367 miljoen (31-12-2023: € 1.017 miljoen).
Verloop van Marktwaarde verhuurde staat naar beleidswaarde 2024
Omschrijving | DAEB | Niet-DAEB | Totaal |
Marktwaarde 2024 | 2.129.969 | 99.185 | 2.229.154 |
1. Beschikbaarheid | 2.152 | -927 | 1.225 |
2. Betaalbaarheid | -468.724 | -5.424 | -474.147 |
3. Kwaliteit (onderhoud) | -562.516 | -11.909 | -574.425 |
4. Beheer | -105.244 | -747 | -105.991 |
5. EFG Labels | -4.371 | 0 | -4.371 |
6. Disconteringsvoet | 285.098 | 10.772 | 295.870 |
Beleidswaarde 2024 | 1.276.365 | 90.950 | 1.367.316 |
Sensitiviteitsanalyse
Voor de bepaling van de beleidswaarde zijn de voornaamste uitgangspunten (gemiddeld per woning teruggerekend) als volgt:
Uitgangspunt voor: | 2024 | 2023 |
Disconteringsvoet (gemiddeld) | 4,17% | 5,54% |
Streefhuur per maand per woning (gemiddeld) in Euro | € 649 | € 620 |
Lasten onderhoud per jaar per woning (gemiddeld) in Euro *) | n.v.t. | € 2.945 |
Lasten beheer per jaar per woning (gemiddeld) in Euro | € 1.087 | € 1.254 |
In onderstaande tabel wordt aangegeven welk effect een positieve of negatieve aanpassing van deze uitgangspunten heeft op de beleidswaarde:
Effect op de beleidswaarde: | Mutatie t.o.v. uitgangspunt | Effect op de beleidswaarde |
Waarde 31-12-2024 | 1.367.316 | |
Disconteringsvoet | 0,5% hoger | -115.122 |
Disconteringsvoet | 0,5% lager | 134.488 |
Streefhuur per maand | € 25 hoger | 104.442 |
Streefhuur per maand | € 25 lager | -106.027 |
Lasten onderhoud per jaar | € 100 hoger | -61.363 |
Lasten onderhoud per jaar | € 100 lager | 61.363 |
Lasten beheer per jaar | € 100 hoger | -61.363 |
Lasten beheer per jaar | € 100 lager | 61.363 |
Effect op de beleidswaarde in procenten:

2.3 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
Omschrijving | Terugkoopplicht (MGE) | Terugkooprecht Slimmer Kopen | Totaal |
Stand per 31/12/2023 | |||
Verkrijgingsprijzen | 5.918 | 20.939 | 26.857 |
Herwaarderingen | 3.035 | 12.146 | 15.181 |
Boekwaarde 31/12/2023 | 8.953 | 33.085 | 42.038 |
Investeringen | 0 | -1.890 | -1.890 |
Desinvesteringen | 0 | 0 | 0 |
Waardemutaties | 686 | 3.627 | 4.313 |
Boekwaarde 31/12/2024 | 9.639 | 34.822 | 44.461 |
Stand per 31-12-2024 | |||
Verkrijgingsprijzen | 5.918 | 20.939 | 26.857 |
Herwaarderingen | 3.721 | 13.883 | 17.604 |
Boekwaarde 31/12/2024 | 9.639 | 34.822 | 44.461 |
In de post onroerende zaken verkocht onder voorwaarden zijn in totaal 197 eenheden opgenomen. Hiervan zijn 38 verkocht met een terugkoopplicht en 159 met een terugkooprecht. De gebruikte contractvormen hebben de goedkeuring van de Minister.
De contracten met een terugkoopplicht zijn afgesloten vanuit het "Maatschappelijk gebonden Eigendom" (MGE) principe. Er zijn kortingen verleend met een bandbreedte tussen 8% en 25% van de marktwaarde.
Het grootste deel van de contracten met een terugkooprecht is afgesloten vanuit het "Slimmer Kopen" principe. Er zijn kortingen verleend met een bandbreedte tussen 8% en 30% van de marktwaarde.
Het totaal van de verstrekte kortingen bedraagt ultimo 2024 € 7,0 miljoen (2023: € 7,3 miljoen).
2.4 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie DAEB | Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Niet-Daeb | Totaal | |
Stand per 31/12/2023 | |||
Verkrijgingsprijzen | 21.306 | 0 | 21.306 |
Niet gerealiseerde herwaarderingen | 0 | 0 | 0 |
Cumulatieve waardeveranderingen | -17.906 | 0 | -17.906 |
Boekwaarde 31/12/2023 | 3.400 | 0 | 3.400 |
Overheveling van in exploitatie | 278 | 0 | 278 |
Overheveling naar voorraad | 0 | 0 | 0 |
Investeringen | 18.193 | 1 | 18.194 |
Desinvesteringen | 0 | 0 | 0 |
Afgeboekte projectkosten | 0 | 0 | 0 |
Terugname ORT opleveringen | 17.570 | 0 | 17.570 |
Voorziening ORT | 597 | 0 | 597 |
Onrendabele Top | -3.595 | 0 | -3.595 |
Waarde mutaties | 0 | 0 | 0 |
Overboekingen naar exploitatie | -35.395 | 0 | -35.395 |
Boekwaarde 31/12/2024 | 1.048 | 1 | 1.049 |
Stand per 31/12/2024 | |||
Verkrijgingsprijzen | 3.109 | 1 | 3.110 |
Niet gerealiseerde herwaarderingen | 0 | 0 | 0 |
Cumulatieve waardeveranderingen | -2.061 | 0 | -2.061 |
Boekwaarde 31/12/2024 | 1.048 | 1 | 1.049 |
3. Materiële vaste activa
3.1. Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
Kantoor | Inventarissen | Vervoermiddelen | Automatisering | Totaal | |
Stand per 31/12/2023 | |||||
Verkrijgingsprijzen | 5.584 | 492 | 284 | 797 | 7.156 |
Cumulatieve afschrijvingen | -2.252 | -339 | -107 | -622 | -3.321 |
Boekwaarde 31/12/2023 | 3.331 | 153 | 177 | 174 | 3.836 |
Investeringen | 0 | 58 | 52 | 189 | 299 |
Desinvesteringen | 0 | -196 | -54 | -329 | -579 |
Afschrijving desinvesteringen | 0 | 196 | 40 | 329 | 565 |
Afschrijvingen | -215 | -35 | -61 | -134 | -446 |
Boekwaarde 31/12/2024 | 3.116 | 175 | 154 | 230 | 3.675 |
Stand per 31/12/2024 | |||||
Aanschafwaarde | 5.584 | 354 | 283 | 657 | 6.878 |
Cumulatieve afschrijvingen | -2.468 | -179 | -129 | -427 | -3.203 |
Boekwaarde 31/12/2024 | 3.116 | 175 | 154 | 230 | 3.675 |
Voor de post onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden de volgende componenten en afschrijvingen gehanteerd:
- Grond | geen afschrijvingen |
- Opstal | lineair, 10-40 jaar |
- Inventaris | lineair, 5-10 jaar |
- Vervoermiddelen | lineair, 4 jaar |
- Automatisering | lineair, 2-3 jaar |
4. Financiële vaste activa
Latente belastingvordering | Overige vorderingen | Totaal | |
Boekwaarde 31/12/2023 | 2.518 | 664 | 3.183 |
Dotatie | 0 | 0 | 0 |
Desinvestering | 0 | 0 | 0 |
Vrijval | -563 | -17 | -580 |
Ontvangsten | 0 | -107 | -107 |
Boekwaarde 31/12/2024 | 1.956 | 539 | 2.495 |
De latenties uit hoofde van tijdelijke verschillen zijn als volgt samengesteld:
Waardering in jaarrekening | Fiscale waardering | Latente belasting vordering nominale waarde | Latentie tegen nominale waarde | Latentie tegen contante waarde | Waarvan kortlopend | Waarvan langlopend | |
Disagio Leningen | 0 | -857 | 857 | 221 | 206 | 75 | 131 |
Swaption | 39.052 | 35.827 | 3.225 | 832 | 764 | 458 | 305 |
Afschrijvingspotentieel | 0 | 3.822 | 6.078 | 1.568 | 986 | 188 | 798 |
Boekwaarde 31/12/2024 | 39.052 | 38.793 | 10.159 | 2.621 | 1.956 | 721 | 1.235 |
Mutatieoverzicht latente belasting vordering:
Disagio leningen | Swaption | Afschrijvingspotentieel | Totaal | |
Saldo per 31/12/2023 | 298 | 879 | 1.341 | 2.518 |
Dotatie | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval | -92 | -115 | -355 | -563 |
Saldo per 31/12/2024 | 206 | 764 | 986 | 1.956 |
De latente belastingvorderingen zijn opgenomen tegen contante waarde. De netto gehanteerde effectieve vermogenskostenvoet bedraagt 2,45%. Dit percentage is afgeleid uit de voor de Accolade geldende rente voor langlopende leningen op 31 december 2024 van 3,3%, onder aftrek van het gemiddelde nominale belastingtarief over de periode 2024-2034.
De latentie voor het disagio van de lening is gevormd door het verschil van de marktwaarde van de leningen ten opzichte van de boekwaarde van de leningen per 31-12-2007 tegen het toen geldende belastingtarief van 25,5%.
De latentie voor swaption is opgenomen voor het tijdelijke verschil tussen de fiscale waardering (0) en de waardering in de jaarrekening van de swaption. Nu de waardering van de swaption onderdeel uitmaakt van de fiscale aangifte komt de latentie grotendeels te vervallen. Behalve voor twee swaption waarvan de expiratie datum lag voor 1 januari 2018. Deze maken geen onderdeel uit van de fiscale aangifte.
De latentie voor het afschrijvingspotentieel wordt gevormd voor het het verschil tussen de fiscale waarde ten opzichte van de WOZ-waarde (bodemwaarde) dan wel de hogere marktwaarde.
De resterende looptijd van de latenties is tussen de 1 en 13 jaar, gemiddeld 6 jaar.
Voor het vastgoed dat is bestemd voor doorexploitatie en het vastgoed dat is bestemd voor verkoop is sprake van fiscale faciliteiten die het mogelijk maken dat latenties na afloop van de levensduur worden doorgeschoven naar nieuw vastgoed. In het geval dat het zeer waarschijnlijk is dat voor het betreffende vastgoed geen fiscale afwikkeling gedurende de levensduur zal plaatsvinden, wordt rekening gehouden met de fiscale afwikkeling gebaseerd op de voorgenomen wijze van realisatie na afloop van de levensduur. Dit betekent dat de contante waarde van de latentie door de zeer lange periode tot het moment van afwikkeling naar nihil tendeert.
Het nominale bedrag van het volledige verschil tussen de fiscale en de commerciële waardering heeft een omvang van circa € 401 miljoen. (de nominale latentie bedraagt 25,8% van € 401 miljoen is € 103 miljoen).
Mutatieoverzicht overige vorderingen:
Startersleningen | Optiepremie derivaten | Totaal | |
Saldo per 31/12/2023 | 618 | 47 | 664 |
Dotatie | 0 | 0 | 0 |
Desinvestering | 0 | 0 | 0 |
Vrijval | 0 | -17 | -17 |
Ontvangsten | -107 | 0 | -107 |
Saldo per 31/12/2024 | 510 | 29 | 539 |
Onder de post Startersleningen is de rekening courant verhouding met het Stimuleringfonds Volkshuisvesting opgenomen. Dit is een rekening courant verhouding voor het verstrekken van Corporatie Startersleningen. Per 31 december 2024 zijn 17 Corporatie Startersleningen verstrekt (2023: 20 Corporatie Startersleningen).
De waarde van de optie premie van de extendibles (leningen) is gewaardeerd tegen reële waarde en geamortiseerd over het eerste tijdvak.
5. Voorraden
5.1. Vastgoed bestemd voor verkoop | 31-12-24 | 31-12-23 |
Grond Jubbega | 185 | 185 |
Voorraad teruggekochte VOV woningen | 353 | 375 |
Totaal vastgoed bestemd voor verkoop | 537 | 560 |
De voorraad koopwoningen per 31-12-2024 heeft betrekking op 2 nog niet verkochte woningen (2023: 2 woningen). Alle onder vastgoed bestemd voor verkoop opgenomen eigendommen hebben een looptijd van naar verwachting korter dan 1 jaar.
Verloop verkoop Grond K. Molweg (na sloop van 8 woningen) te Jubbega. | |
31-12-23 | |
Overheveling bestede kosten van projecten in ontwikkeling | 60 |
Overheveling boekwaarde sloopwoningen | 941 |
Uitgaven | 56 |
Af: gedeclareerde termijnen | 0 |
Verkoopresultaat | -872 |
Totaal vastgoed bestemd voor verkoop | 185 |
Verloop verkoop Grond K. Molweg (na sloop van 8 woningen) te Jubbega. | |
31-12-24 | |
Overheveling bestede kosten van projecten in ontwikkeling | 60 |
Overheveling boekwaarde sloopwoningen | 941 |
Uitgaven | 56 |
Af: gedeclareerde termijnen | 0 |
Verkoopresultaat | -872 |
0 | |
Totaal vastgoed bestemd voor verkoop | 185 |
Voorraad koopwoningen
Saldo 31-12-2023 | 375 | |
bij: aangekochte cq opgeleverde koopwoningen | 1.110 | |
af: opbrengst verkochte koopwoningen | -1.641 | |
bij: resultaten | 509 | |
Saldo 31-12-2024 | 353 |
Specificatie voorraad koopwoningen 31-12-2024 | ||
Ingekocht VOV voor doorverkoop Slimmer Kopen 2024: 2 woningen | 353 | |
Ingekocht VOV voor doorverkoop MGE 2024: 0 | 0 | |
Totaal | 353 |
5.2. Overige voorraden | 31-12-24 | 31-12-23 |
Grondposities | 4.892 | 5.102 |
Totaal overige voorraden | 4.892 | 5.102 |
Verloop overzicht overige voorraden:
Grondposities Niet DAEB | |
Boekwaarde 31/12/2023 | 5.102 |
Investeringen | 0 |
Desinvesteringen | -357 |
Naar projecten in ontwikkeling | 0 |
Waarde mutaties | 147 |
Boekwaarde 31/12/2024 | 4.892 |
Stand per 31/12/2024 | |
Verkrijgingsprijzen | 14.658 |
Cumulatieve waardeveranderingen | -9.766 |
Boekwaarde 31/12/2024 | 4.892 |
Grondposities die verworven zijn met vooruitzicht dat (al dan niet op termijn) er (sociale) woningbouw kan worden gerealiseerd wenst Accolade in portefeuille te houden.
6. Vorderingen
Onder de vorderingen zijn posten opgenomen met een looptijd korter dan 1 jaar.
6.1. Huurdebiteuren | 31-12-24 | 31-12-23 |
Huidige huurders | 460 | 416 |
Vertrokken huurders | 459 | 490 |
920 | 906 | |
af: voorziening wegens oninbaarheid | -686 | -699 |
Totaal huurdebiteuren | 234 | 207 |
De huurachterstanden van huidige huurders bedragen ultimo boekjaar 2024 0,38% (2023: 0,36%) van de bruto jaarhuur. In 2024 werd een bedrag van € 237.843,- (2023: € 294.309,-) voor vorderingen ten laste van het resultaat geboekt.
De voorziening wegens oninbaarheid wordt gevormd door de vertrokken huurders (100%) en door zittende huurders als er sprake is van een achterstand van meer 3 maanden (100%).
6.2. Overheid | 31-12-24 | 31-12-23 |
Subsidies Wet Maatschappelijke ondersteuning | 0 | 1 |
Overig | 3 | 141 |
Totaal overheid | 3 | 142 |
De post Overig in 2023 betreft een SBI (start bouwimpuls) subsidie voor Project Vrijbrugh te Drachten.
6.3. Belastingen en premies sociale verzekeringen | 31-12-24 | 31-12-23 |
Vennootschapsbelasting 2022 | 0 | 1.679 |
Omzetbelasting suppletie | 0 | 0 |
Totaal belastingen en sociale premies | 0 | 1.679 |
6.4. Overige vorderingen | 31-12-24 | 31-12-23 |
Overige | 338 | 305 |
Vordering inzake schadeuitkeringen | 150 | 89 |
489 | 394 | |
af: voorziening wegens oninbaarheid | -7 | -44 |
Totaal overige vorderingen | 482 | 350 |
De voorziening wegens oninbaarheid wordt gevormd voor overige vorderingen ouder dan 120 dagen (100%), tenzij de inbaarheid van de vordering is gegarandeerd.
6.5. Overlopende activa | 31-12-24 | 31-12-23 |
Overige | 76 | 3 |
Totaal overlopende activa | 76 | 3 |
7. Liquide middelen | 31-12-24 | 31-12-23 |
Kas en bank | 704 | 751 |
Totaal liquide middelen | 704 | 751 |
Accolade heeft de bankrekeningen gekoppeld in een compensabel stelsel. De liquide middelen staan volledig ter vrije beschikking.
PASSIVA
8. Eigen vermogen
Mutatieoverzicht 2024:
Ongerealiseerde herwaarderingsreserve DAEB | Ongerealiseerde herwaarderingsreserve Niet-DAEB | Ongerealiseerde herwaarderingsreserve DAEB VOV | Ongerealiseerde herwaarderingsreserve Niet-DAEB VOV | Overige reserves | Totaal | |
Saldo per 31/12/2023 | 969.341 | 26.628 | 1.604 | 894 | 544.941 | 1.543.406 |
Gerealiseerde herwaardering agv verkoop | -2.044 | 0 | 0 | 0 | 2.044 | 0 |
Gerealiseerde herwaardering agv sloop | 0 | -234 | 0 | 0 | 234 | 0 |
Waardemutatie | 170.898 | 8.481 | 271 | 286 | -179.936 | 0 |
Resultaat | 0 | 0 | 0 | 0 | 205.875 | 205.875 |
Saldo per 31/12/2024 | 1.138.194 | 34.874 | 1.875 | 1.179 | 573.159 | 1.749.282 |
Mutatieoverzicht 2023:
Ongerealiseerde herwaarderingsreserve DAEB | Ongerealiseerde herwaarderingsreserve Niet-DAEB | Ongerealiseerde herwaarderingsreserve DAEB VOV | Ongerealiseerde herwaarderingsreserve Niet-DAEB VOV | Overige reserves | Totaal | |
Saldo per 31/12/2022 | 1.267.854 | 37.750 | 1.600 | 835 | 541.572 | 1.849.612 |
Gerealiseerde herwaardering agv verkoop | -813 | -683 | 0 | 0 | 1.496 | 0 |
Gerealiseerde herwaardering agv sloop | -1.643 | 0 | 0 | 0 | 1.643 | 0 |
Waardemutatie | -296.058 | -10.439 | 4 | 59 | 306.435 | 0 |
Resultaat | 0 | 0 | 0 | 0 | -306.206 | -306.206 |
Saldo per 31/12/2023 | 969.341 | 26.628 | 1.604 | 894 | 544.941 | 1.543.406 |
Overeenkomstig artikel 30 van de statuten van Stichting Accolade dient het gehele vermogen binnen de kaders van de Woningwet te worden besteed. Het gehele resultaat van het boekjaar is aan de overige reserves toegevoegd.
De overige reserve is ultimo 2024 beschikbaar als vrij vermogen.
De totale ongerealiseerde herwaardering bedraagt per 31 december 2024 ruim € 1.173 miljoen, dit betreft het positieve verschil tussen de marktwaarde in verhuurde staat van het vastgoed in exploitatie en de kostprijs rekening houdend met cumulatieve waardeveranderingen. De waardering van het vastgoed is in overeenstemming met het Handboek modelmatig waarderen bepaald en is daarmee conform de in de Woningwet voorgeschreven waarderingsgrondslag en daaruit afgeleide ministeriële besluiten geldend ten tijde van het opmaken van de jaarverslaggeving.
Uitgaand van waardering tegen beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie is een bedrag van € 862 miljoen in het eigen vermogen begrepen dat op basis van het beleid van de corporatie niet kan worden gerealiseerd. De realisatie van het verschil tussen marktwaarde en beleidswaarde is sterk afhankelijk van het beleid van Stichting Accolade. De mogelijkheden voor de corporatie om vrijelijk door (complexgewijze) verkoop of huurstijgingen de marktwaarde in verhuurde staat van het DAEB-bezit in exploitatie te realiseren zijn beperkt door wettelijke maatregelen en maatschappelijke ontwikkelingen zoals demografie en ontwikkeling van de behoefte aan sociale (DAEB) huurwoningen. Omdat de doelstelling van de corporatie is duurzaam te voorzien in passende huisvesting voor hen die daar niet zelf in kunnen voorzien, zal van het vastgoed in exploitatie slechts een beperkt deel vervreemd worden. Daarnaast zal bij mutatie van de woning slechts in uitzonderingssituaties de huur worden verhoogd tot de markthuur en zijn de werkelijke onderhouds- en beheerslasten hoger dan ingerekend in de marktwaarde, voortvloeiend uit de beoogde kwaliteit- en beheersituatie van de corporatie.
Voorstel resultaatbestemming
De resultaatbestemming is vooruitlopend op en onder voorbehoud van de vaststelling door bestuur en Raad van Commissarissen reeds in de jaarrekening verwerkt. Het gehele resultaat is aan de overige reserves toegevoegd.
9. Voorzieningen
Voorziening voor onrendabele investeringen en herstructurering | Overige voorzieningen | Totaal | |
Saldo per 31/12/2023 | 14.673 | 1.258 | 15.931 |
Overheveling naar Vastgoedbeleggingen in expoitatie | -11.855 | 0 | -11.855 |
Stand 1-1-2024 | 2.818 | 1.056 | 4.471 |
Dotatie | 3.185 | 26 | 3.211 |
Onttrekkingen | -2.588 | -228 | -2.816 |
Saldo per 31/12/2024 | 3.415 | 1.056 | 0 |
De voorziening onrendabele investeringen wordt gevormd als op projectniveau het onrendabele deel hoger is dan de bestede kosten. Als er een besluit genomen is om een project te realiseren dan moet de onrendabele top in dat jaar ten laste van het resultaat worden gebracht. Hierdoor kunnen de kosten op projectniveau negatief worden.
Specificatie voorziening onrendabele investeringen:
Saldo per 31-12-2023 | Overheveling naar Vastgoedbeleggingen in exploitatie | Dotatie | Onttrekkingen | Saldo per 31-12-2024 | |
21568 Azaleastraat | 659 | 0 | 0 | -659 | 0 |
21570 Gentiaansingel | 456 | 0 | 0 | -226 | 230 |
31429 Scharcamp/De Finne | 1.586 | 0 | 0 | -1.586 | 0 |
51587 Vrijburgh | 117 | 0 | 0 | -117 | 0 |
21569 Schoolstraat | 0 | 0 | 1.203 | 0 | 1.203 |
21572 Skoatterwald | 0 | 0 | 30 | 0 | 30 |
31431 Wyldehoarne | 0 | 0 | 1.043 | 0 | 1.043 |
41435 Van Harinxmaland | 0 | 0 | 909 | 0 | 909 |
51585 De Bank Renovatie | 10.455 | -10.455 | 0 | 0 | 0 |
Verduurzaming 2024 | 1.400 | -1.400 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 14.673 | -11.855 | 3.185 | -2.588 | 3.415 |
Specificatie overige voorzieningen:
Jubileum uitkering | Langdurig zieken | Opleidingen | Thuiswerkplek | Totaal | |
Saldo per 31/12/2023 | 699 | 57 | 444 | 58 | 1.258 |
Dotatie | 0 | 21 | 0 | 5 | 26 |
Onttrekkingen | -50 | 0 | -168 | -10 | -228 |
Saldo per 31/12/2024 | 649 | 78 | 276 | 53 | 1.056 |
10. Langlopende schulden
10.1. en 10.2 Leningen overheid en banken | 31-12-24 | 31-12-23 |
Leningen overheid (10.1) | 8.649 | 9.732 |
Leningen banken (10.2) | 392.488 | 376.166 |
Swaption en Vestia lening (10.2) | 44.342 | 46.476 |
Totaal leningen kredietinstellingen | 445.479 | 432.373 |
Leningen overheid en banken
Omschrijving | Stand per 31-12-2024 | Aflossingen 2025 | Resterende looptijd > 1jaar < 5 jaar | Resterende looptijd > 5jaar |
Leningen overheid | 9.732 | 1.082 | 4.723 | 3.926 |
Leningen banken | 411.666 | 19.178 | 57.714 | 334.774 |
Aflossingsverplichtingen binnen één jaar na afloop van het jaar zijn opgenomen onder de kortlopende schulden.
Het vervalschema van de langlopende schulden van 2026 tot en met 2029 is hieronder weergegeven:
Omschrijving | Aflosbaar over 2 jaar | Aflosbaar over 3 jaar | Aflosbaar over 4 jaar | Aflosbaar over 5 jaar |
Leningen overheid | 1.120 | 1.159 | 1.201 | 1.244 |
Leningen banken | 19.660 | 13.274 | 18.839 | 5.941 |
De mutaties in 2024 van de leningen kunnen als volgt worden toegelicht:
Omschrijving | Leningen overheid | Leningen banken | Totaal |
Saldo per 31/12/2023 | 11.149 | 394.807 | 405.957 |
Af: reguliere aflossingen 2024 | -1.418 | -18.642 | -20.059 |
Saldo per 31/12/2023 | 9.732 | 376.166 | 385.897 |
Bij: aangetrokken leningen 2024 | 0 | 45.000 | 45.000 |
mutatie op Flex lening | 0 | -9.500 | -9.500 |
Af: extra aflossingen 2024 | 0 | 0 | 0 |
Saldo per 31/12/2024 | 9.732 | 411.666 | 421.397 |
Af: reguliere aflossingen 2025 | -1.082 | -19.178 | -20.260 |
Saldo per 31/12/2025 | 8.649 | 392.488 | 401.137 |
In bedragen | In percentage | |
Restant looptijd lening naar klasse: | ||
0-10 jaar | 139.737 | 33% |
10-20 jaar | 104.635 | 25% |
20-30 jaar | 117.900 | 28% |
groter dan 30 jaar | 59.126 | 14% |
Totaal | 421.397 | 100% |
Variabele hoofdsom leningen 31-12-2024:
Omschrijving | Flex lening | Obligolening | Totaal |
Maximale hoofdsom | 25.000 | 10.423 | 35.423 |
Niet opgenomen deel | -13.500 | -10.423 | -23.923 |
Opgenomen deel per 31/12/2024 | 11.500 | 0 | 11.500 |
De leningen worden op basis van het annuïteiten- of lineaire systeem afgelost of ineens afgelost (fixe-leningen).
Accolade heeft een flex lening met een hoofdsom van € 25 mln, ultimo boekjaar is hiervan € 11,5 mln opgenomen.
Een toelichting op de obligo lening is beschreven onder Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen.
Het is van belang dat de rente risico gelijkmatig wordt verdeeld over de jaren. Door spreiding van de aflossingsverplichtingen en momenten van renteconversie over de jaren heen heeft Accolade minder hinder van ongunstige renteontwikkelingen. In onderstaande tabel wordt het rente risico per jaar weergegeven:
Jaar | Percentage |
2025 | 14% |
2026 | 14% |
2027 | 11% |
2028 | 13% |
2029 | 11% |
2030 | 11% |
2031 | 13% |
2032 | 5% |
2033 | 5% |
2034 | 5% |
De duration van de portefeuille bedraagt 11,0 jaar (2023: 11,8 jaar). Het gemiddelde rentepercentage op de totale leningportefeuille bedraagt 3,3% (2023: 3,3%).
De marktwaarde van de leningen is berekend met peildatum 31 december 2024 en bedraagt € 494 miljoen (excl. derivaten € 491,7 ) (31 december 2023: € 467,1 miljoen). De markwaarde wordt berekend door het contant maken van de kasstromen per lening (rente en aflossing) tegen de marktrentes (yield curves) per 31 december 2024. De marktrente word bepaald op basis van de restant looptijd per lening.
Van de leningen banken is een totaalbedrag van € 401 miljoen opgenomen waarvoor WSW borging is verkregen. Dit is 95% van de totale leningportefeuille. Het resterende deel is grotendeels geborgd door gemeentelijke garanties.
Swaption en Vestia lening
Omschrijving | Swaption | Vestia lening | Totaal |
Saldo per 31/12/2023 | 41.004 | 7.605 | 48.609 |
Mutatie einde looptijd eerste tijdvak | 0 | 0 | 0 |
Jaarlijkse vrijval agio | -1.952 | -181 | -2.133 |
Saldo per 31/12/2024 | 39.052 | 7.424 | 46.476 |
Af: vrijval agio 2025 | -1.952 | -182 | -2.134 |
Saldo per 31/12/2024 | 37.100 | 7.242 | 44.342 |
Het agio op de swaption betreft de marktwaarde van de swap van de extendible leningen op het eind van het eerste rente tijdvak. De swaption betreft de in de extendible leningen opgenomen optie op een renteswap die Accolade heeft verkocht aan de bank. De bank kan deze opties inroepen op het eind van het eerste rentetijdvak van de leningen. Dit agio wordt lineair afgeschreven op basis van de restant looptijd van de leningen.
Het agio op de Vestia lening betreft het verschil tussen de feitelijke rente (4,86%) en de marktrente (0,535% )op het moment van de leningruil. Dit agio wordt afsgeschreven over de looptijd van de lening (40 jaar).
10.3. Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
Omschrijving | Terugkoopplicht (MGE) | Terugkooprecht Slimmer Kopen | Totaal |
Boekwaarde per 31/12/2023 | |||
Verkrijgingsprijzen | 5.918 | 20.939 | 26.857 |
Herwaarderingen | 2.718 | 9.966 | 12.684 |
Boekwaarde 31/12/2023 | 8.636 | 30.905 | 39.541 |
Investeringen | 0 | -1.752 | -1.752 |
Desinvesteringen | 0 | 0 | 0 |
Waardemutaties | 615 | 3.003 | 3.618 |
Boekwaarde 31/12/2024 | 9.251 | 32.156 | 41.407 |
*) SK = Slimmer Kopen | |||
Omschrijving | Terugkoopplicht (MGE) | Terugkooprecht Slimmer Kopen | Totaal |
Boekwaarde per 31-12-2024 | |||
Verkrijgingsprijzen | 5.918 | 20.939 | 26.857 |
Herwaarderingen | 3.333 | 11.217 | 14.550 |
Boekwaarde 31/12/2024 | 9.251 | 32.156 | 41.407 |
In de post onroerende zaken verkocht onder voorwaarden zijn in totaal 197 eenheden opgenomen. Hiervan zijn 38 verkocht met een terugkoopplicht en 159 met een terugkooprecht. De gebruikte contractvormen hebben de goedkeuring van de Minister.
Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden dan is de verplichting opgenomen onder de kortlopende schulden.
10.4. Overige langlopende schulden
Omschrijving | Waarborgsommen | Erfpacht Canon | Derivaten | Totaal |
Saldo per 31/12/2023 | 54 | 132 | 2.258 | 2.444 |
Bij: mutatie | 2 | 0 | 69 | 71 |
Af: vrijval | -4 | -2 | 0 | -5 |
Saldo per 31/12/2024 | 53 | 131 | 2.327 | 2.510 |
De post waarborgsommen bestaat uit waarborgsommen voor bedrijfsruimten en waarborgsommen voor verstrekte magneetkaarten en afstandsbedieningen.
Onder de leningen is een bedrag van € 7,9 miljoen voor 1 extendible lening opgenomen. Dit type leningen valt onder de huidige definitie van derivaten zoals door het ministerie is bepaald. Ultimo 2024 is voor deze lening, als gevolg van, de lage rentestand een negatieve marktwaarde berekend. Accolade heeft geen direct liquiditeitsrisico uit hoofde van haar derivatenportefeuille omdat er geen bijstortingsverplichting c.q. geen margin calls met de banken zijn overeengekomen. Accolade heeft slechts extendibles en basisrenteleningen als derivaten.
De opgenomen waardering voor extendible is door een onafhankelijk gespecialiseerd bureau vastgesteld.
Soort derivaat | Nominale waarde 31-12-2024 | Marktwaarde 31-12-2024 | Nominale waarde 31-12-2023 | Marktwaarde 31-12-2023 |
Basisrente leningen | 123.000 | n.v.t | 123.000 | n.v.t |
Extendible | 7.900 | -2.327 | 7.900 | -2.258 |
Totaal | 130.900 | -2.327 | 130.900 | -2.258 |
Extendible | Toelichting |
Restant looptijd 31-12-2024 | 20 maanden |
Rente herzieningsmoment | 7 september 2026 |
Rente op herzieningsmoment | 3 maands euribor met minimum van 4,25% |
Aflossingsdatum | 3 september 2046 |
Overige | Vervroegde aflossing is niet toegestaan |
11. Kortlopende schulden
Onder kortlopende schulden zijn posten opgenomen met een looptijd korter dan één jaar.
11.1. Schulden aan overheid | 31-12-24 | 31-12-23 |
Aflossingen leningen overheid volgend boekjaar | 1.082 | 1.418 |
Overige | 14 | 65 |
Totaal schulden aan overheid | 1.096 | 1.482 |
11.2. Schulden aan banken | 31-12-24 | 31-12-23 |
Aflossingen volgend boekjaar | 19.178 | 18.642 |
Totaal schulden aan banken | 19.178 | 18.642 |
Naast de reguliere aflossingen worden er in 2025 ook 3 fixe-lening afgelost van totaal € 14,2 miljoen. (2024: 2 leningen van € 13,5 mln). Het gemiddelde rentepercentage van deze leningen is 2,87%.
11.3. Schulden aan leveranciers en handelskredieten | 31-12-24 | 31-12-23 |
Crediteuren | 8.712 | 8.636 |
Totaal schulden aan leveranciers en handelskredieten | 8.712 | 8.636 |
11.4. Schulden ter zake van belastingen en premies sociale verzekeringen | 31-12-24 | 31-12-23 |
Omzetbelasting | 3.645 | 3.451 |
Vennootschapsbelasting 2024 | 1.969 | 0 |
Vennootschapsbelasting 2023 | 419 | 1.112 |
Loonbelasting | 387 | 275 |
Motorrijtuigenbelasting | 0 | 0 |
Totaal belastingen en sociale premies | 6.419 | 4.838 |
11.5. Overige schulden | 31-12-24 | 31-12-23 |
Waarde vakantieuren | 406 | 357 |
Overige | 33 | 35 |
Totaal overige schulden | 439 | 392 |
11.6. Overlopende passiva | 31-12-24 | 31-12-23 |
Transitorische rente | 4.538 | 3.945 |
Vrijval Agio Vestia | 182 | 181 |
Vrijval Agio Swaption | 1.952 | 1.952 |
Afrekening servicekosten | 228 | 229 |
Vooruitontvangen huur | 1.115 | 1.073 |
Overlopende facturen | 1.021 | 641 |
Overig | 285 | 350 |
Totaal overlopende passiva | 9.321 | 8.371 |
Niet in de balans opgenomen verplichtingen
Niet in de balans opgenomen rechten
Koopwoningen Hazzefjild
Accolade heeft in 2004 32 koopwoningen verkocht waarbij een renteloze lening is verstrekt. Er is geen looptijd afgesproken. Bij doorverkoop worden de leningen afgelost. Het totaal van de per balansdatum bij doorverkoop terug te ontvangen renteloze lening bedraagt € 428.000,- voor 15 woningen (2024: € 428.000,- voor 15 woningen).
Activa en passiva transactie Zwaagwesteinde
Op 28 februari 2025 is aan corporatie Thûs Wonen uit Dokkum een complex met 27 woningen en 1 bedrijfspand in Zwaagwesteinde overgedragen. De transactie heeft plaats gevonden via taakoverdracht zodat deze transactie voor Thûs Wonen is vrijgesteld van overdrachtsbelasting, hiervoor is toestemming ontvangen van de Belastingdienst. De overeengekomen overdrachtsprijs bedroeg € 3,3 mln. Thûs wonen heeft daarvoor een lening met een marktwaarde van € 3 miljoen van Accolade overgenomen. De overige € 300.000 is aan Accolade overgemaakt.
Niet in de balans opgenomen verplichtingen
Huurverplichtingen
Ultimo boekjaar is het bedrag van met derden aangegane huurverplichtingen als volgt te specificeren:
Te betalen: | 450 |
Verplichtingen < 1 jaar | 129 |
Verplichtingen > 1 jaar en < 5 jaar | 179 |
Verplichtingen > 5 jaar | 142 |
De huurverplichtingen lopen tot en met februari 2033.
In het verslagjaar is in de winst- en verliesrekening een bedrag van € 137.000 (2023: € 125.000) aan betaalde huur verwerkt.
Operational lease vervoermiddelen
Ultimo boekjaar zijn de verplichtingen uit hoofde van operationele leases als volgt te specificeren:
Te betalen: | 634 |
Verplichtingen < 1 jaar | 283 |
Verplichtingen > 1 jaar en < 5 jaar | 351 |
Verplichtingen > 5 jaar | 0 |
In het verslagjaar is in de winst- en verliesrekening een bedrag van € 258.000 (2023: € 252.000) aan betaalde leasekosten verwerkt.
Investeringsverplichtingen
Er zijn niet in de balans opgenomen verplichtingen voor nieuwbouw, renovatie en duurzaamheidsinvesteringen tot een bedrag van € 19,7 miljoen (2023: € 30,5 miljoen).
Specificatie: | 31-12-24 | 31-12-23 |
Nieuwbouw | 8.546 | 17.477 |
Renovatie | 6.918 | 11.572 |
Duurzaamheids investeringen | 4.197 | 1.413 |
Totaal investeringsverplichtingen | 19.661 | 30.462 |
Onderhoudsverplichtingen
Ultimo boekjaar is Accolade onderhoudsverplichtingen aangegaan voor € 3,9 mln (2023: € 2,5 mln). De uitvoeringen van de werkzaamheden zal binnen één jaar plaatsvinden.
Obligolening WSW
Accolade heeft op grond van artikel 10, lid 2 onder c van Reglement van Deelneming van het WSW een obligolening.
De lening sluit aan op hetgeen vereist is. Dit betekent dat de hoofdsom (€ 10,4 mln) overeenkomt met 2,6% van het schuldrestant van de geborgde leningen ultimo 2023. Op deze lening kan alleen een trekking worden gegaan als WSW daartoe een verzoek heeft gedaan en Accolade niet binnen 10 werkdagen na dit verzoek kan storten. Een dergelijk verzoek van WSW is pas aan de orde als het jaarlijks obligo niet toereikend is. Op basis van de prognose van WSW is dit op basis van de huidige verplichtingen niet aan de orde.
In het geval van van een eventuele storting, zal deze rechtstreeks ten gunste van WSW worden uitbetaald en nadien moeten worden afgelost door Accolade.
Claims
Ultimo 2024 heeft Accolade geen materiële claims ontvangen.
6. Toelichting op de onderscheiden posten van de winst- en verliesrekening
in bedragen x €1.000
12 Netto resultaat exploitatie vastgoedportefeuille
12.1 Huuropbrengsten
Huren hebben betrekking op aan huurders in rekening gebrachte bruto huren onder aftrek van huurderving wegens leegstand.
2024 | 2023 | ||
Te ontvangen netto huur DAEB | |||
Woonruimte | 100.532 | 97.429 | |
Bedrijfsruimte | 1.213 | 1.199 | |
Maatschappelijk Vastgoed | 629 | 599 | |
Intramuraal Zorgvastgoed | 4.028 | 3.873 | |
Overig | 5 | 5 | |
Totaal te ontvangen netto huur DAEB | 106.406 | 103.104 | |
Af: huurderving wegens projectleegstand | -410 | -647 | |
huurderving wegens marktleegstand | -326 | -468 | |
Totaal huur DAEB | 105.670 | 101.989 | |
Te ontvangen netto huur Niet DAEB | |||
Woonruimte | 3.807 | 3.674 | |
Bedrijfsruimte | 697 | 696 | |
Parkeergelegenheid | 543 | 545 | |
Overig | 0 | 0 | |
Totaal te ontvangen netto huur Niet DAEB | 5.047 | 4.915 | |
Af: huurderving wegens projectleegstand | -6 | -15 | |
huurderving wegens marktleegstand | -126 | -108 | |
Totaal huur Niet DAEB | 4.915 | 4.792 | |
Totaal te ontvangen netto huur DAEB | 106.406 | 103.104 | |
Totaal te ontvangen netto huur Niet DAEB | 5.047 | 4.915 | |
111.453 | 108.019 | ||
Af: huurderving wegens leegstand | -868 | -1.238 | |
Totaal huren | 110.586 | 106.780 |
De "te ontvangen nettohuur" is voornamelijk gewijzigd als gevolg van:
- de huurverhoging per 1 juli
- de oplevering van 115 nieuwbouwwoningen
- de verkoop van 10 woningen
- de complexmatige verkoop van 22 woningen aan de Rijksstraatweg in Hardegarijp
De geografische onderverdeling van de nettohuuropbrengsten kan als volgt worden weergegeven:
2024 | 2023 | ||
Gemeente Smallingerland | 36.471 | 35.238 | |
Gemeente Heerenveen | 30.339 | 29.324 | |
Gemeente Sudwest-Fryslân | 16.732 | 16.249 | |
Gemeente De Fryske Marren | 16.324 | 15.960 | |
Gemeente Waadhoeke | 10.499 | 10.172 | |
Gemeente Tytsjerksteradiel | 849 | 835 | |
Gemeente Dantumadeel | 209 | 206 | |
Gemeente Noardeast-Fryslân | 29 | 36 | |
111.453 | 108.019 |
12.2 Opbrengst servicecontracten | 2024 | 2023 | |
Overige goederen, leveringen en diensten | 3.365 | 3.214 | |
Af: huurderving wegens leegstand | -51 | -34 | |
3.314 | 3.180 | ||
Af: afrekening servicekosten | -228 | -229 | |
Totaal opbrengst servicecontracten | 3.086 | 2.951 |
De te ontvangen vergoedingen zijn gewijzigd als gevolg van:
- aanpassingen van de vergoedingen per 1 juli 2024
- de oplevering van 115 nieuwbouwwoningen
- de verkoop van 10 woningen
- de complexmatige verkoop van 22 woningen aan de Rijksstraatweg in Hardegarijp
12.3 Lasten servicecontracten | 2024 | 2023 | |
Glasfonds | -197 | -205 | |
Servicefonds | -697 | -677 | |
Energie | -1.510 | -1.384 | |
Schoonmaakkosten | -581 | -539 | |
Huismeester | -14 | -19 | |
Overige | -299 | -239 | |
Totaal lasten servicecontracten | -3.298 | -3.062 |
12.4 Overheidsbijdragen | 2024 | 2023 | |
BRIM subsidies | 12 | 11 | |
Overige | 1 | 0 | |
Totaal overheidsbijdragen | 13 | 11 |
12.5 Lasten verhuur en beheeractiviteiten | 2024 | 2023 | |
Toegerekende organisatiekosten | -9.122 | -9.250 | |
Totaal lasten verhuur en beheeractiviteiten | -9.122 | -9.250 |
De toegerekende organisatiekosten aan verhuur en beheeractiviteiten zijn gebaseerd op de gehanteerde verdeelsleutels zoals opgenomen in de waarderingsgrondslagen. Deze kosten bestaan onder meer uit lonen en salarissen voor personeel dat primair bezig is met de exploitatie van het vastgoed.
12.6 Lasten onderhoudsactiviteiten | 2024 | 2023 | |
Onderhoudsuitgaven (niet cyclisch) | -7.756 | -6.830 | |
Onderhoudsuitgaven (cyclisch) | -33.342 | -33.838 | |
Totaal onderhoudslasten | -41.098 | -40.668 | |
Planmatig onderhoud (cyclisch) | -27.061 | -27.717 | |
Planmatig contract onderhoud (cyclisch) | -4.020 | -3.714 | |
Uitgesteld onderhoud | -1.698 | -1.875 | |
Niet voorzien onderhoud | -684 | 0 | |
Bijdragen aan Verenigingen van Eigenaren (cyclisch) | -563 | -532 | |
Klachtenonderhoud | -4.690 | -4.179 | |
Mutatie-onderhoud | -2.381 | -2.651 | |
Subtotaal | -41.098 | -40.668 | |
Bij: toegerekende organisatiekosten | -6.224 | -5.317 | |
Totaal lasten onderhoudsactiviteiten | -47.322 | -45.985 |
In 2024 is voor een bedrag van € 14,2 miljoen (2023: € 20,6 miljoen) aan woningverbeteringen en verduurzaming geactiveerd.
De toegerekende organisatiekosten aan onderhoudskosten zijn gebaseerd op de gehanteerde verdeelsleutels zoals opgenomen in de waarderingsgrondslagen. Deze kosten bestaan uit bedrijfskosten en lonen en salarissen welke verband houden met het onderhoud van vastgoed in exploitatie.
12.7 Overige directe operationele lasten exploitatie bezit | 2024 | 2023 | |
Saneringsheffing | 0 | 0 | |
Onroerend zaak belasting | -4.479 | -4.226 | |
Waterschapslasten | -2.345 | -1.657 | |
Brand-Storm verzekering | -563 | -557 | |
EPA keuringen | -373 | -192 | |
Overige directe operationele lasten exploitatie bezit | -11 | -11 | |
Totaal overige directe operationele lasten exploitatie bezit | -7.771 | -6.644 |
13 Totaal van nettoresultaat verkocht vastgoed in ontwikkeling | |||
2024 | 2023 | ||
Omzet verkocht vastgoed in ontwikkeling | 0 | 0 | |
Af: lasten verkocht vastgoed in ontwikkeling | 0 | -872 | |
Af: Toegerekende organisatiekosten | 0 | 0 | |
Af: Faalkosten koopwoningen | 0 | 0 | |
Totaal van netto gerealiseerd resultaat verkocht vastgoeding in ontwikkeling | 0 | -872 |
Het bedrag van 2023 heeft betrekking op de boekwaarde van de gesloopte woningen aan de K Molweg die verkocht gaan worden.
14 Totaal van netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille
14.1 Verkoop opbrengst vastgoedportefeuille | 2024 | 2023 | |
Bruto verkoopresultaat DAEB woongelegenheden | 4.792 | 1.755 | |
Bruto verkoopresultaat Daeb niet woongelegenheden | 0 | 0 | |
Bruto verkoopresultaat Niet DAEB woongelegenheden | 0 | 1.056 | |
Bruto verkoopresultaat Niet DAEB niet woongelegenheden | 0 | 1.644 | |
Bruto verkoopresultaat Verkoop onder Voorwaarden | 2.017 | 955 | |
Bruto verkoopresultaat resultaat vastgoedportefeuille | 6.809 | 5.409 | |
af: verkoopkosten | -140 | -118 | |
Netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille | 6.669 | 5.292 |
In 2024 zijn er 32 woningen (2023: 12 woningen), 0 garages (2023: 126 garages) verkocht uit bestaand bezit. Van de verkochte woningen zijn 0 met een starterslening verkocht (2023: 0 woningen)
14.2 Toegerekende Organisatie kosten | 2024 | 2023 | |
Lonen en salarissen verkoopafdeling | -20 | -59 | |
Overige indirecte kosten | -11 | -34 | |
Totaal toegerekende organisatiekosten | -32 | -93 |
14.3 Boekwaarde verkochte vastgoedportefeuille | 2024 | 2023 | |
Boekwaarde verkopen DAEB zelfstandige woningen | -3.697 | -1.230 | |
Boekwaarde verkopen DAEB niet woongelegenheden | 0 | 0 | |
Boekwaarde verkopen Niet DAEB zelfstandige woningen | 0 | -960 | |
Boekwaarde verkopen Niet DAEB niet woongelegenheden | 0 | -1.287 | |
Boekwaarde verkopen Verkoop onder Voorwaarden | -1.134 | -685 | |
Totaal boekwaarde verkochte vastgoedportefeuille | -4.832 | -4.162 |
15 Totaal van waardeveranderingen vastgoedportefeuille
15.1 Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille | 2024 | 2023 | |
Afwaardering vastgoed in ontwikkeling | -3.595 | -2.310 | |
Afwaardering renovatie projecten | -8.093 | -11.728 | |
Afwaardering verduurzaming in ontwikkeling | -3.100 | -1.400 | |
Op(af)waardering Grondposities (o.b.v. taxaties) | 147 | 1.461 | |
Waardeverminderingen a.g.v. afgeboekte ontwikkelprojecten | 0 | 0 | |
Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille | -1.908 | -9.025 | |
Totaal van waardeveranderingen vastgoedportefeuille | -16.550 | -23.001 |
15.2 Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille | 2024 | 2023 | |
DAEB in exploitatie | 220.568 | -272.376 | |
Investeringen Daeb | -49.670 | -24.783 | |
Terugname ORT opgeleverde projecten DAEB | 18.970 | 1.000 | |
Niet-DAEB in exploitatie | 8.542 | -8.866 | |
Investeringen Niet Daeb | -61 | -791 | |
Terugname ORT opgeleverde projecten Niet DAEB | 0 | 0 | |
Totaal niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille | 198.349 | -305.816 |
Specificatie niet gerealiseerde waardeveranderingen:
Daeb | Niet Daeb | ||
Voorraadmutaties | 23.240 | -278 | |
Wijziging vastgoedgegevens | 59.516 | 2.069 | |
Methodische wijzigingen | 18.595 | 1.193 | |
Marktontwikkelingen | 119.217 | 5.558 | |
Totaal | 220.568 | 8.542 |
15.3 Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden | 2024 | 2023 | |
Op(af)waardering verkocht onder voorwaarden Terugkoop plicht - activa | 686 | 275 | |
Op(af)waardering verkocht onder voorwaarden Terugkoop plicht - passiva | -615 | -247 | |
Op(af)waardering verkocht onder voorwaarden Terugkoop recht - activa | 3.489 | 491 | |
Op(af)waardering verkocht onder voorwaarden Terugkoop recht - passiva | -3.003 | -456 | |
Totaal niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden | 557 | 63 |
16 Totaal van nettoresultaat overige activiteiten
16.1 Opbrengst overige activiteiten | 2024 | 2023 | |
Opbrengst doorberekende salariskosten | 108 | 92 | |
Opbrengst beheersvergoedingen woningen in beheer | 0 | 0 | |
Totaal opbrengst overige activiteiten | 108 | 92 |
16.2 Kosten overige activiteiten | 2024 | 2023 | |
Toegerekende organisatiekosten salaris | -108 | -92 | |
Toegerekende organisatiekosten overig | -26 | -26 | |
Totaal kosten overige activiteiten | -134 | -118 |
17 Overige organisatiekosten
2024 | 2023 | ||
Kosten ten aanzien van het jaarverslag | -212 | -210 | |
Toegerekende organisatiekosten salaris | -744 | -333 | |
Toegerekende organisatiekosten overig | -792 | -504 | |
Obligoheffing | -119 | -540 | |
Totaal overige organisatiekosten | -1.867 | -1.587 |
18 Kosten omtrent leefbaarheid
2024 | 2023 | ||
Vastgoed gerelateerde leefbaarheid | -706 | -547 | |
Mens gerelateerde leefbaarheid | -6 | -32 | |
Toegerekende organisatiekosten salaris | -1.188 | -1.152 | |
Toegerekende organisatiekosten overig | -370 | -393 | |
Totaal leefbaarheid | -2.270 | -2.124 |
19 Totaal van financiële baten en lasten
19.1 Overige rentebaten en soortgelijke opbrengsten | 2024 | 2023 | |
Rente op financiele vaste activa, startersleningen | 13 | 13 | |
Rente op liquide middelen | 79 | 140 | |
Overige rentebaten | 7 | 9 | |
Totaal rentebaten en soortgelijke opbrengsten | 98 | 162 |
19.2 Rentelasten en soortgelijke kosten | 2024 | 2023 | |
Rente langlopende schulden | |||
- Leningen overheid | -353 | -404 | |
- Leningen kredietinstellingen | -13.445 | -13.000 | |
Waarde mutatie derivaten (extendible leningen) | -69 | -7 | |
Vergoeding voor afkoop basisrentelening | 0 | 94 | |
Vrijval swaption | 1.952 | 1.952 | |
Vrijval vestia lening | 181 | 180 | |
Vrijval optie premie derivaten | -17 | -17 | |
Totaal rente langelopende schulden | -11.752 | -11.202 |
De waarde mutatie van de derivaten heeft betrekking op reële waarde van uitstaande extendibles. De opgenomen waardering is door externe partijen vastgesteld.
Rente kortlopende schulden | |||
- Rente op liquide middelen | 0 | -8 | |
- Overige rentelasten | 0 | 0 | |
Totaal rente kortlopende schulden | 0 | -8 | |
Financieringskosten | -107 | -120 | |
Totaal rentelasten en soortgelijke kosten | -11.860 | -11.330 |
De rentelast van langelopende schulden kan als volgt worden gespecificeerd:
Rentelasten van leningen met een vaste rente | -13.463 | -13.230 | |
Rentelasten van leningen met een variabele rente | -335 | -174 | |
Waarde mutatie derivaten (extendible leningen) | -69 | -7 | |
Overige | 2.116 | 2.115 | |
Totaal rentelasten langlopende schulden | -11.752 | -11.296 |
De grondposities vertegenwoordigen een waarde van € 4,9 miljoen. De rentelasten van de grondposities komen direct ten laste van het resultaat en bedragen op basis van 3,3% € 162.000.
20 Belastingen
2024 | 2023 | ||
Acute belasting 2024 | -7.552 | 0 | |
Acute belasting 2023 | -419 | -8.410 | |
Acute belasting 2022 | 0 | 535 | |
Acute belasting 2019 | 0 | -36 | |
Mutatie latentie afschrijvingspotentieel | -355 | 617 | |
Mutatie latentie disagio | -92 | -103 | |
Mutatie latentie Swaption | -115 | -116 | |
Totaal belastingen | -8.534 | -7.513 |
De acute belastingdruk is gebaseerd op het gemiddelde wettelijke belastingtarief van 25,8%.
Samenstelling fiscaal resultaat | |||
2024 | 2023 | ||
Resultaat voor belastingen volgens de commerciële jaarrekening | 214.409 | -298.693 | |
Projectresultaat | -5.438 | 0 | |
Verkopen | -181 | 1.393 | |
Afschrijvingen | 17 | -1.337 | |
Niet gerealiseerde waardeveranderingen | -198.906 | 305.753 | |
Overige waardeveranderingen | 16.696 | 24.463 | |
Overige posten | 37 | -68 | |
Swaption | -531 | -531 | |
Saneringsheffing | 0 | 0 | |
Herinvesteringsreserve | -1.656 | -1.650 | |
Disagio | -385 | -434 | |
Derivaten | 0 | 0 | |
-190.347 | 327.589 | ||
Fiscaal resultaat voor beperking rente aftrek | 24.062 | 28.896 | |
Afschrijvingen | 523 | 1.882 | |
Rentelasten | 12.688 | 12.021 | |
Overige posten | -147 | -1.461 | |
Grondslag voor renteaftrek (EBITA) | 37.126 | 41.338 | |
Maximale rente aftrek 20% | 7.425 | 8.268 | |
Werkelijke rentelasten en soortgelijke kosten | 12.688 | 12.021 | |
Beperking rente aftrek (ATAD) | 5.263 | 3.753 | |
Fiscaal resultaat | 29.325 | 32.649 | |
Fiscale verlies compensatie | 0 | 0 | |
Belastbaar bedrag | 29.325 | 32.649 | |
Verschuldigde winstbelasting 19% van € 200 | 38 | 38 | |
Verschuldigde winstbelasting 25,8% van € 29.325- € 200 | 7.514 | 8.372 | |
Totaal verschuldigde winstbelasting | 7.552 | 8.410 |
Het gemiddelde wettelijke belastingtarief bedraagt 25,8%. De effectieve belastingdruk over 2024 is 3,98% (2023: 2,55%). De effectieve belastingdruk is stabiel.
De aangiften t/m 2020 zijn definitief, 2021, 2022 en 2023 zijn ingediend.
Overige toelichtingen op het resultaat
Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa
Afschrijving activa ten dienste van de exploitatie: | |||
2024 | 2023 | ||
Immateriële vaste activa | -95 | -95 | |
Kantoor | -215 | -213 | |
Inventarissen | -35 | -35 | |
Vervoermiddelen | -61 | -52 | |
Automatisering | -134 | -151 | |
Totaal afschrijvingen op (im)materiële vaste activa | -540 | -546 |
Lonen en salarissen | 2024 | 2023 | |
Bruto salaris | -9.643 | -8.728 | |
Ziekengeld | 90 | 6 | |
Inleenkrachten | -215 | -227 | |
Sociale lasten | -1.576 | -1.455 | |
Pensioenlasten | -1.177 | -1.062 | |
Overige personeelskosten | -720 | -745 | |
Totaal lonen en salarissen | -13.241 | -12.212 |
Het bruto salaris is ten opzichte van voorgaand jaar gewijzigd met de CAO aanpassing van 10% (2023: 0%).
Eind 2024 had de corporatie 156,7 (2023: 160,6) werknemers is dienst. Dit aantal is gebaseerd op het aantal fulltime equivalenten. Het gemiddelde aantal FTE in dienst over 2024 bedraagt 158,7. Accolade heeft geen medewerkers in dienst die buiten Nederland werkzaam zijn.
Overige bedrijfslasten | 2024 | 2023 | |
Vervoerskosten | -350 | -380 | |
Huisvestingskosten | -1.010 | -654 | |
Kosten Toezichthouders (RVC) | -113 | -108 | |
Kantoorkosten | -2.306 | -2.306 | |
Algemene kosten *) | -1.871 | -2.150 | |
Totaal overige bedrijfslasten | -5.649 | -5.597 | |
*) Specificatie Algemene kosten | |||
Dotatie voorziening Huurdebiteuren | -217 | -299 | |
Dotatie voorziening Overige Debiteuren | 0 | -1 | |
Contributie Aedes | -105 | -98 | |
Bijdrage Autoriteit Woningcorporaties | -78 | -74 | |
Verhuurderbijdrage huurcommissie | -66 | -58 | |
Bijdrage huurdersverenigingen | -121 | -147 | |
Accountants honoraria | -212 | -210 | |
Advieskosten | -565 | -439 | |
Obligoheffing | -119 | -540 | |
Overig | -388 | -284 | |
Totaal algemene kosten | -1.871 | -2.150 |
In het boekjaar zijn de volgende bedragen aan accountantshonoraria ten laste van het resultaat gebracht:
Accountantshonoraria | 2024 | 2023 | |
Controle van de jaarrekening Deloitte | -202 | -200 | |
Andere controlewerkzaamheden Deloitte | -10 | -10 | |
Fiscale advisering | 0 | 0 | |
Andere niet-controlediensten | 0 | 0 | |
Totaal accountantshonoraria | -212 | -210 |
Bovenstaande honoraria betreffen uitsluitend de werkzaamheden die bij de Stichting en de betrokken maatschappijen zijn uitgevoerd door onafhankelijke accountantsorganisaties en externe onafhankelijke accountants zoals bedoeld in art. 1, lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties)en de in rekening gebrachte honoraria van het gehele netwerk waartoe de accountantsorganisatie behoort. Deze honoraria hebben betrekking op het onderzoek van de jaarrekening over het boekjaar 2024, ongeacht of de werkzaamheden reeds gedurende het boekjaar zijn verricht.
7. Gebeurtenissen na balansdatum
Voorjaarsnota: besluit tot huurbevriezing
Op 16 april 2025 is in de Voorjaarsnota aangekondigd dat per 1 juli 2025 en per 1 juli 2026 een bevriezing van de huren in de gereguleerde huursector zal gelden. Het betreft een politieke afspraak die op het moment van opmaken van deze jaarrekening nog niet is vastgelegd in wet- en regelgeving.
De marktwaarde in verhuurde staat en beleidswaarde van het vastgoed is bepaald op basis van onder meer de veronderstelling van jaarlijkse huurverhogingen. Indien de aangekondigde huurbevriezing daadwerkelijk in werking treedt, zal dit een neerwaarts effect hebben op de markt- en beleidswaarde van het vastgoed.
Daarnaast heeft de maatregel ook impact op financiële kengetallen in de toekomst, waaronder de Interest Coverage Ratio (ICR). De ICR is een belangrijke ratio voor de borging door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en wordt mede bepaald op basis van de operationele kasstroom. Omdat de huurinkomsten door de bevriezing achterblijven bij eerdere aannames, zal de ontwikkeling van de operationele kasstroom achterblijven en daarmee de ICR (eerder dan tot eind vorig jaar beoogd) onder druk komen te staan.
Naar aanleiding van het aangekondigde besluit is door Accolade een scenarioanalyse uitgevoerd waarin de effecten van het uitblijven van huurverhogingen in 2025 en 2026 zijn doorgerekend. Uitgaande van het feit dat het huurbevriezingsscenario zich volledig voordoet, is de (potentiële) impact als volgt:
- De beleidswaarde per 31 december 2024 zou afnemen met 6,7% (€ 93 miljoen). En daarmee de LTV zou stijgen tot 33%, was 31% (bij een grenswaarde van 70%).
- De ICR zal in 2025 en 2026 respectievelijk met 0,2 en 0,4 punten dalen ten opzichte van het basisscenario met reguliere huurindexaties tot het niveau van 2,2 in 2025 en 1,9 in 2026 (bij een grenswaarde van 1,4).
- De kasstroomontwikkeling vertraagt, wat gevolgen kan hebben voor geplande investeringen en schuldopbouw op middellange termijn. Wij onderzoeken op dit moment welke ingrepen in het geplande onderhoud, de verduurzaming en (nieuwbouw)investeringen de minste impact hebben op onze volkshuisvestelijke taak maar welke wel voldoende ingrijpen om de (financiële) continuïteit van Accolade te bewaken.
Omdat het besluit ná balansdatum is genomen en op 31 december 2024 nog onzeker was, is deze gebeurtenis aangemerkt als een niet-aanpassingsgebeurtenis in de zin van Richtlijn RJ 160. Indien de maatregel formeel wordt bekrachtigd, zal de impact hiervan worden verwerkt in de verslaggeving over boekjaar 2025.
8. Overige informatie
Bestuurders en commissarissen
Per ultimo 2024 bestaat de raad van bestuur uit twee statutair-directeuren. Zij zijn benoemd voor een periode van vier jaar. De raad van commissarissen bestaat uit vijf leden.
De RvC stelt de bestuurdersbeloning vast. Deze beloning moet voldoen aan de geldende WNT-regelgeving. De honorering is lager vastgesteld dan het geldende maximum WNT-bedrag van € 218.000, klasse G.
Voor de honorering van de commissarissen volgen we de beroepsregel honorering commissarissen van de VTW (Vereniging Toezichthouders Woningcorporaties). De beroepsregel is sinds 2015 bindend voor alle leden. De bezoldigingsmaxima in de beroepsregel liggen lager dan in de WNT.
Verantwoordingsmodel WNT 2024
WNT-verantwoording 2024 Stichting Accolade
De WNT is van toepassing op Stichting Accolade. Het voor Stichting Accolade toepasselijke bezoldigingsmaximum is in 2024 € 218.000. Dit betreft het bezoldigingsmaximum voor woningcorporaties. Stichting Accolade valt in klasse G.
1. Bezoldiging topfunctionarissen
1a. Leidinggevende topfunctionarissen met dienstbetrekking en leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vanaf de 13 maand van de functievervulling.
Leidinggevende topfunctionarissen met dienstbetrekking en leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vanaf de 13 maand van de functievervulling inclusief degenen die op grond van hun voormalige functie nog 4 jaar als topfunctionaris worden aangemerkt.
Gegevens 2024 bedragen x € 1 | F.W. de Roos | E.B. Klinkhammer |
---|---|---|
Functiegegevens | Directeur-bestuurder | Directeur-bestuurder |
Aanvang en einde functievervulling in 2024 | 01/01 – 31/12 | 01/01 – 31/12 |
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) | 1 | 1 |
Dienstbetrekking? | Ja | Ja |
Bezoldiging | ||
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen | 163.017 | 157.703 |
Beloningen betaalbaar op termijn | 22.702 | 22.702 |
Subtotaal | 185.719 | 180.405 |
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum | 218.000 | 218.000 |
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag | N.v.t. | N.v.t. |
Bezoldiging | 185.719 | 180.405 |
Het bedrag van de overschrijding en de reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan | N.v.t. | N.v.t. |
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling | N.v.t. | N.v.t. |
Gegevens 2023 bedragen x € 1 | F.W. de Roos | E.B. Klinkhammer |
---|---|---|
Functiegegevens | Directeur-bestuurder | Directeur-bestuurder |
Aanvang en einde functievervulling in 2023 | 01/01 – 31/12 | 01/01 – 31/12 |
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) | 1 | 1 |
Dienstbetrekking? | Ja | Ja |
Bezoldiging | ||
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen | 156.492 | 153.285 |
Beloningen betaalbaar op termijn | 21.154 | 21.154 |
Subtotaal | 177.646 | 174.439 |
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum | 209.000 | 209.000 |
Bezoldiging | 177.646 | 174.439 |
1c. Toezichthoudende topfunctionarissen
Gegevens 2024 bedragen x € 1 | M.P.C. Breeuwer | A.H.M. Gijsbers | S.J.C. Gaastra |
---|---|---|---|
Functiegegevens | Voorzitter | Lid | Lid |
Aanvang en einde functievervulling in 2024 | 01/01 – 31/12 | 01/01 – 31/12 | 01/01 – 31-12 |
Bezoldiging | |||
Bezoldiging | 26.160 | 17.440 | 17.440 |
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum | 32.700 | 21.800 | 21.800 |
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag | N.v.t. | N.v.t. | N.v.t. |
Bezoldiging | 26.160 | 17.440 | 17.440 |
Het bedrag van de overschrijding en de reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan | N.v.t. | N.v.t. | N.v.t. |
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling | N.v.t. | N.v.t. | N.v.t. |
Gegevens 2023 bedragen x € 1 | M.P.C. Breeuwer | A.H.M. Gijsbers | S.J.C. Gaastra |
Functiegegevens | Lid | Lid | Lid |
Aanvang en einde functievervulling in 2023 | 01/01 -31/12 | 01/01 – 31/12 | 01/01 – 31/12 |
Bezoldiging | |||
Bezoldiging | 25.080 | 16.720 | 16.720 |
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum | 31.350 | 20.900 | 20.900 |
Gegevens 2024 bedragen x € 1 | A.W. Siebenga | P.F. Hu-Knot |
---|---|---|
Aanvang en einde functievervulling in 2024 | 01/01 – 31/12 | 01/01 – 31/12 |
Bezoldiging | ||
Bezoldiging | 17.440 | 17.440 |
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum | 21.800 | 21.800 |
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag | N.v.t. | N.v.t. |
Bezoldiging | 17.440 | 17.440 |
Het bedrag van de overschrijding en de reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan | N.v.t. | N.v.t. |
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling | N.v.t. | N.v.t. |
Gegevens 2023 bedragen x € 1 | A.W. Siebenga | P.F. Hu-Knot | A.R. Snapper |
---|---|---|---|
Functiegegevens | Lid | Lid | Lid |
Aanvang en einde functievervulling in 2023 | 01/01 -31/12 | 19/04 – 31/12 | 01/01 – 28/02 |
Bezoldiging | |||
Bezoldiging | 16.720 | 11.773 | 2.787 |
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum | 20.900 | 14.716 | 3.378 |
3. Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT
Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen met een dienstbetrekking die in 2024 een bezoldiging boven het individueel toepasselijke drempelbedrag hebben ontvangen.
9. Gescheiden verantwoording DAEB/Niet-DAEB
Balans per 31 december 2024 na resultaatbestemming DAEB
Accolade heeft gekozen voor een administratieve splitsing van DAEB naar Niet-DAEB activiteiten. Deze gesegmenteerde balansen zijn hierna opgenomen.
ACTIVA (bedragen x €1.000) | ref. | 31/12/2024 | 31/12/2023 |
---|---|---|---|
VASTE ACTIVA | |||
Immateriële Vaste Activa | 553 | 647 | |
Vastgoedbeleggingen | |||
DAEB vastgoed in exploitatie | 2.129.969 | 1.923.016 | |
Niet-DAEB vastgoed in exploitatie | 0 | 0 | |
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden | 16.099 | 15.593 | |
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie | 1.048 | 3.400 | |
2.147.116 | 1.942.009 | ||
Materiële vaste activa | |||
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie | 3.675 | 3.836 | |
3.675 | 3.836 | ||
Financiële vaste activa | |||
Latentebelastingvordering | 1.956 | 2.518 | |
Interne lening | 0 | 0 | |
Overige vorderingen | 539 | 664 | |
Netto vermogenswaarde Niet-Daeb | 115.108 | 107.216 | |
117.603 | 110.398 | ||
Totaal van vaste activa | 2.268.947 | 2.056.890 | |
VLOTTENDE ACTIVA | |||
Voorraden | |||
Vastgoed bestemd voor verkoop | 537 | 310 | |
Overige voorraden | 0 | 0 | |
537 | 310 | ||
Vorderingen | |||
Huurdebiteuren | 220 | 196 | |
Overheid | 3 | 142 | |
Vordering op groepsmaatschappij | 0 | 0 | |
Belastingen en premies sociale verzekeringen | 0 | 1.679 | |
Overige vorderingen | 373 | 296 | |
Overlopende activa | 76 | 3 | |
672 | 2.316 | ||
Liquide middelen | -9.296 | -9.249 | |
Totaal van vlottende activa | -8.087 | -6.623 | |
Totaal activa | 2.260.860 | 2.050.267 |
PASSIVA (bedragen x €1.000) | ref. | 31/12/2024 | 31/12/2023 |
EIGEN VERMOGEN | |||
Herwaarderingsreserve | 1.140.069 | 970.944 | |
Wettelijke reserve | 36.054 | 27.521 | |
Overige reserves | 573.159 | 544.941 | |
1.749.282 | 1.543.406 | ||
VOORZIENINGEN | |||
Voorziening voor onrendabele investeringen en herstructurering | 3.415 | 14.673 | |
Overige voorzieningen | 1.056 | 1.258 | |
4.471 | 15.931 | ||
LANGLOPENDE SCHULDEN | |||
Leningen overheid | 8.649 | 9.732 | |
Leningen banken | 436.830 | 422.641 | |
Interne lening | 0 | 0 | |
Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden | 14.224 | 13.989 | |
Overige langlopende schulden | 2.365 | 2.297 | |
462.068 | 448.659 | ||
VLOTTENDE PASSIVA | |||
Kortlopende schulden | |||
Schulden aan overheid | 1.096 | 1.482 | |
Schulden aan banken | 19.178 | 18.642 | |
Schulden aan leveranciers en handelskredieten | 8.712 | 8.636 | |
Schulden aan groepsmaatschappij | 0 | 0 | |
Schulden ter zake van belastingen en premies sociale verzekeringen | 6.419 | 4.838 | |
Overige schulden | 439 | 392 | |
Overlopende passiva | 9.195 | 8.281 | |
45.039 | 42.271 | ||
Totaal passiva | 2.260.860 | 2.050.267 |
Balans per 31 december 2024 na resultaatbestemming Niet-DAEB
Accolade heeft gekozen voor een administratieve splitsing van DAEB naar Niet-DAEB activiteiten. Deze gesegmenteerde balansen zijn hierna opgenomen.
ACTIVA (bedragen x €1.000) | ref. | 31/12/2024 | 31/12/2023 |
---|---|---|---|
VASTE ACTIVA | |||
Immateriële Vaste Activa | 0 | 0 | |
Vastgoedbeleggingen | |||
DAEB vastgoed in exploitatie | 0 | 0 | |
Niet-DAEB vastgoed in exploitatie | 99.185 | 91.144 | |
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden | 28.362 | 26.445 | |
Vastgoed in ontwikkeling bestemd vooreigen exploitatie | 1 | - | |
127.548 | 117.589 | ||
Materiële vaste activa | |||
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie | 0 | 0 | |
0 | 0 | ||
Financiële vaste activa | |||
Latentebelastingvordering | 0 | 0 | |
Interne lening | 0 | 0 | |
Overige vorderingen | 0 | 0 | |
Netto vermogenswaarde Niet-Daeb | 0 | 0 | |
0 | 0 | ||
Totaal van vaste activa | 127.548 | 117.589 | |
VLOTTENDE ACTIVA | |||
Voorraden | |||
Vastgoed bestemd voor verkoop | 0 | 250 | |
Overige voorraden | 4.892 | 5.102 | |
4.892 | 5.352 | ||
Vorderingen | |||
Huurdebiteuren | 14 | 11 | |
Overheid | 0 | 0 | |
Vordering op groepsmaatschappij | 0 | 0 | |
Belastingen en premies sociale verzekeringen | 0 | 0 | |
Overige vorderingen | 108 | 54 | |
Overlopende activa | 0 | 0 | |
122 | 65 | ||
Liquide middelen | 10.000 | 10.000 | |
Totaal van vlottende activa | 15.014 | 15.417 | |
Totaal activa | 142.562 | 133.006 |
PASSIVA (bedragen x €1.000) | ref. | 31/12/2024 | 31/12/2023 |
---|---|---|---|
EIGEN VERMOGEN | |||
Herwaarderingsreserve | 36.054 | 27.521 | |
Wettelijke reserve | 0 | 0 | |
Overige reserves | 79.054 | 79.695 | |
115.108 | 107.216 | ||
VOORZIENINGEN | |||
Voorziening voor onrendabele investeringen en herstructurering | 0 | 0 | |
Overige voorzieningen | 0 | 0 | |
0 | 0 | ||
LANGLOPENDE SCHULDEN | |||
Leningen overheid | 0 | 0 | |
Leningen banken | 0 | 0 | |
Interne lening | 0 | 0 | |
Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden | 27.183 | 25.551 | |
Overige langlopende schulden | 145 | 147 | |
27.328 | 25.698 | ||
VLOTTENDE PASSIVA | |||
Kortlopende schulden | |||
Schulden aan overheid | 0 | 0 | |
Schulden aan banken | 0 | 0 | |
Schulden aan leveranciers en handelskredieten | 0 | 0 | |
Schulden aan groepsmaatschappij | 0 | 0 | |
Schulden ter zake van belastingen en premies sociale verzekeringen | 0 | 0 | |
Overige schulden | 0 | 0 | |
Overlopende passiva | 126 | 91 | |
126 | 91 | ||
Totaal passiva | 142.562 | 133.006 |
Winst- en verliesrekening over het boekjaar 2024 DAEB
Omschrijving (bedragen x € 1.000) | ref. | 2024 | 2023 |
---|---|---|---|
Huuropbrengsten | 105.670 | 101.988 | |
Opbrengst Servicecontracten | 2.984 | 2.858 | |
Lasten Servicecontracten | -3.217 | -2.956 | |
Overheidsbijdragen | 13 | 11 | |
Lasten verhuur en beheeractiviteiten | -8.745 | -8.902 | |
Lasten onderhoudsactiviteiten | -44.529 | -43.983 | |
Overige directe operationele lasten exploitatie bezit | -7.479 | -6.393 | |
Totaal van nettoresultaat exploitatie vastgoedportefeuille | 44.697 | 42.623 | |
Omzet verkocht vastgoed in ontwikkeling | 0 | 0 | |
Lasten verkocht vastgoed in ontwikkeling | 0 | -872 | |
Toegerekende organisatiekosten | 0 | 0 | |
Totaal van nettoresultaat verkocht vastgoed in ontwikkeling | 0 | -872 | |
Verkoopopbrengst vastgoedportefeuille | 5.677 | 2.696 | |
Toegerekende organisatiekosten | -32 | -60 | |
Boekwaarde verkochte vastgoedportefeuille | -4.345 | -1.743 | |
Totaal van netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille | 1.300 | 893 | |
Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille | -16.474 | -25.510 | |
Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille | 190.243 | -296.159 | |
Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden | 271 | 4 | |
Totaal van waardeveranderingen vastgoedportefeuille | 174.040 | -321.665 | |
Opbrengst overige activiteiten | 108 | 92 | |
Kosten overige activiteiten | -134 | -118 | |
Totaal van nettoresultaat overige activiteiten | -26 | -26 | |
Overige organisatiekosten | -1.802 | -1.562 | |
Kosten omtrent leefbaarheid | -2.270 | -2.124 | |
Overige rentebaten en soortgelijke opbrengsten | 20 | 162 | |
Rentelasten en soortgelijke kosten | -11.860 | -11.331 | |
Totaal van financiële baten en lasten | -11.840 | -11.169 | |
Totaal van resultaat voor belastingen | 204.099 | -293.902 | |
Belastingen | -8.011 | -6.523 | |
Resultaat niet Daeb Tak | 9.787 | -5.781 | |
Resultaat na belastingen | 205.875 | -306.206 |
Winst- en verliesrekening over het boekjaar 2024 Niet-DAEB
Omschrijving (bedragen x € 1.000) | ref. | 2024 | 2023 |
---|---|---|---|
Huuropbrengsten | 4.916 | 4.792 | |
Opbrengst Servicecontracten | 102 | 93 | |
Lasten Servicecontracten | -82 | -106 | |
Overheidsbijdragen | 0 | 0 | |
Lasten verhuur en beheeractiviteiten | -377 | -348 | |
Lasten onderhoudsactiviteiten | -2.793 | -2.002 | |
Overige directe operationele lasten exploitatie bezit | -292 | -251 | |
Totaal van nettoresultaat exploitatie vastgoedportefeuille | 1.474 | 2.178 | |
Omzet verkocht vastgoed in ontwikkeling | 0 | 0 | |
Lasten verkocht vastgoed in ontwikkeling | 0 | 0 | |
Toegerekende organisatiekosten | 0 | 0 | |
Totaal van nettoresultaat verkocht vastgoed in ontwikkeling | 0 | 0 | |
Verkoopopbrengst vastgoedportefeuille | 993 | 2.596 | |
Toegerekende organisatiekosten | 0 | -33 | |
Boekwaarde verkochte vastgoedportefeuille | -487 | -2.419 | |
Totaal van netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille | 506 | 144 | |
Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille | -76 | 2.509 | |
Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille | 8.105 | -9.657 | |
Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden | 286 | 59 | |
Totaal van waardeveranderingen vastgoedportefeuille | 8.315 | -7.089 | |
Opbrengst overige activiteiten | 0 | 0 | |
Kosten overige activiteiten | 0 | 0 | |
Totaal van nettoresultaat overige activiteiten | 0 | 0 | |
Overige organisatiekosten | -65 | -25 | |
Kosten omtrent leefbaarheid | 0 | 0 | |
Overige rentebaten en soortgelijke opbrengsten | 0 | 0 | |
Rentelasten en soortgelijke kosten | 79 | 1 | |
Totaal van financiële baten en lasten | 79 | 1 | |
Totaal van resultaat voor belastingen | 10.310 | -4.791 | |
Belastingen | -522 | -990 | |
Aandeel in het resultaat van niet-geconsolideerde ondernemingen waarin wordt deelgenomen | 0 | 0 | |
Resultaat na belastingen | 9.787 | -5.781 |
Kasstroomoverzicht 2024 DAEB
(directe methode) bedragen x €1.000
2024 | 2023 | |
---|---|---|
Operationele activiteiten | ||
Huurontvangsten | 105.770 | 102.118 |
Vergoedingen | 3.054 | 2.666 |
Overheidsontvangsten | 13 | 11 |
Overige bedrijfsontvangsten | 238 | 203 |
Renteontvangsten | 9 | 160 |
Saldo ingaande kasstromen | 109.084 | 105.158 |
Erfpacht | 3 | 3 |
Betalingen aan werknemers | 12.056 | 11.212 |
Onderhoudsuitgaven | 40.322 | 38.979 |
Overige bedrijfsuitgaven | 16.520 | 13.949 |
Betaalde interest | 13.263 | 13.760 |
Sectorspecifieke heffing onafhankelijk van resultaat | 194 | 614 |
Leefbaarheid externe uitgaven niet investeringsgebonden | 662 | 533 |
Vennootschapsbelasting | 4.494 | 6.363 |
Saldo uitgaande kasstromen | 87.514 | 85.413 |
Kasstroom uit operationele activiteiten | 21.570 | 19.745 |
(Des)investeringsactiviteiten | ||
MVA ingaande kasstroom | ||
Verkoopontvangsten bestaande huur | 4.699 | 1.694 |
Verkoopontvangsten VOV | 998 | 1.042 |
Verkoopontvangsten nieuwbouw | 0 | 0 |
Verkoopontvangsten grond | 0 | 0 |
(Des)investeringsontvangsten overig | 0 | 0 |
Totaal van ontvangsten uit hoofde van vervreemding van MVA | 5.697 | 2.736 |
MVA uitgaande kasstroom | ||
Nieuwbouw huur | 19.290 | 9.349 |
Verbeteruitgaven | 24.295 | 19.555 |
Leefbaarheid externe uitgaven projectgebonden | 0 | 0 |
Aankoop, woon- en niet woongelegenheden | 0 | 0 |
Nieuwbouw verkoop | 0 | 0 |
Aankoop woongelegenheden (VOV) voor doorverkoop | 874 | 444 |
Sloopuitgaven | 0 | 535 |
Investeringen overig | 260 | 490 |
Totaal van verwervingen MVA | 44.719 | 30.373 |
Saldo in- en uitgaande kasstroom MVA | -39.022 | -27.637 |
FVA | ||
Ontvangsten verbindingen | 0 | 0 |
Ontvangsten overig | 1.964 | 3.669 |
Uitgaven verbindingen | 0 | 0 |
Uitgaven overig | 0 | 0 |
Saldo in- en uitgaande kasstroom FVA | 1.964 | 3.669 |
Kasstroom uit (des)investeringen | -37.058 | -23.968 |
Financieringsactiviteiten | ||
Ingaand | ||
Nieuwe te borgen leningen | 45.000 | 40.000 |
Nieuwe ongeborgde leningen | 0 | 0 |
Uitgaand | ||
Aflossing geborgde leningen | 16.626 | 32.691 |
Aflossing ongeborgde leningen | 3.433 | 2.929 |
Kasstroom uit financieringsactiviteiten | 24.941 | 4.380 |
Toename (afname) geldmiddelen in boekjaar | 9.453 | 157 |
De toename (afname) van de geldmiddelen in boekjaar is als volgt te specificeren: | 2024 | 2023 |
Stand per 1 januari | -9.249 | -1.406 |
Mutaties boekjaar | 9.453 | 157 |
Wijziging kortgeld mutaties | -9.500 | -8.000 |
Stand per 31 december | -9.296 | -9.249 |
Kasstroomoverzicht 2024 Niet-DAEB
(directe methode) bedragen x €1.000
2024 | 2023 | |
---|---|---|
Operationele activiteiten | ||
Huurontvangsten | 4.905 | 4.753 |
Vergoedingen | 165 | 144 |
Overheidsontvangsten | 0 | 0 |
Overige bedrijfsontvangsten | 59 | 52 |
Renteontvangsten | 81 | 0 |
Saldo ingaande kasstromen | 5.210 | 4.949 |
Erfpacht | 0 | 0 |
Betalingen aan werknemers | 502 | 465 |
Onderhoudsuitgaven | 2.462 | 1.705 |
Overige bedrijfsuitgaven | 647 | 521 |
Betaalde interest | 0 | 0 |
Sectorspecifieke heffing onafhankelijk van resultaat | 3 | 0 |
Leefbaarheid externe uitgaven niet investeringsgebonden | 0 | 0 |
Vennootschapsbelasting | 522 | 990 |
Saldo uitgaande kasstromen | 4.136 | 3.681 |
Kasstroom uit operationele activiteiten | 1.074 | 1.268 |
(Des)investeringsactiviteiten | ||
MVA ingaande kasstroom | ||
Verkoopontvangsten bestaande huur | 278 | 2.346 |
Verkoopontvangsten VOV | 995 | 75 |
Verkoopontvangsten nieuwbouw | 0 | 0 |
Verkoopontvangsten grond | 357 | 290 |
(Des)investeringsontvangsten overig | 0 | 0 |
Totaal van ontvangsten uit hoofde van vervreemding van MVA | 1.630 | 2.711 |
MVA uitgaande kasstroom | ||
Nieuwbouw huur | 1 | 0 |
Verbeteruitgaven | 570 | 199 |
Leefbaarheid externe uitgaven projectgebonden | 0 | 0 |
Aankoop, woon- en niet woongelegenheden | 0 | 0 |
Nieuwbouw verkoop | 0 | 0 |
Aankoop woongelegenheden (VOV) voor doorverkoop | 237 | 250 |
Sloopuitgaven | 0 | 0 |
Investeringen overig | 0 | 0 |
Totaal van verwervingen MVA | 808 | 449 |
Saldo in- en uitgaande kasstroom MVA | 822 | 2.262 |
FVA | ||
Ontvangsten verbindingen | 0 | 0 |
Ontvangsten overig | 0 | 0 |
Uitgaven verbindingen | 0 | 0 |
Uitgaven overig | 1.896 | 3.606 |
Saldo in- en uitgaande kasstroom FVA | -1.896 | -3.606 |
Kasstroom uit (des)investeringen | -1.074 | -1.344 |
Financieringsactiviteiten | ||
Ingaand | ||
Nieuwe te borgen leningen | 0 | 0 |
Nieuwe ongeborgde leningen | 0 | 0 |
Uitgaand | ||
Aflossing geborgde leningen | 0 | 0 |
Aflossing ongeborgde leningen | 0 | 0 |
Kasstroom uit financieringsactiviteiten | 0 | 0 |
Toename (afname) geldmiddelen in boekjaar | 0 | -76 |
De toename (afname) van de geldmiddelen in boekjaar is als volgt te specificeren: | 2024 | 2023 |
Stand per 1 januari | 10.000 | 10.076 |
Mutaties boekjaar | 0 | -76 |
Wijziging kortgeld mutaties | 0 | 0 |
Stand per 31 december | 10.000 | 10.000 |